
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft met succes een lichter toezichtregime voor haar leden bij de top van de Belastingdienst weten te bedingen, tegen het advies van ambtenaren in. Dat blijkt uit een reconstructie van het Financieele Dagblad.
De krant baseert zich op 119 pagina’s met correspondentie tussen de NOB en medewerkers van de Belastingdienst. Die werden vorige week vrijgegeven na een verzoek daartoe door hoogleraar belastingrecht Jan van de Streek op basis van de Wet openbare overheid (Woo).
Koepelconvenant
De Belastingdienst wil met meerdere organisaties van belastingadviseurs convenanten afsluiten in het kader van horizontaal toezicht. Wederzijds vertrouwen tussen enerzijds de belastingplichtige en zijn adviseur en anderzijds de fiscus is hierbij het uitgangspunt. Het voordeel voor de Belastingdienst is minder werk. De adviseur die is aangesloten bij de organisatie waarmee een convenant is afgesloten, krijgt bijvoorbeeld een vast aanspreekpunt bij de dienst en klanten is sneller duidelijker waar zij fiscaal aan toe zijn.
Geen akkoord
Medewerkers van de fiscus stelden vorig jaar dat de NOB niet in aanmerking kwam voor een collectieve afspraak over lichter toezicht op de aangiftes van haar leden. Ze deden dat nadat de organisatie van academisch opgeleide adviseurs zelf had aangeven dat de voorwaarden niet aansloten bij haar werkwijze. Ze wilde bijvoorbeeld niet verantwoordelijk zijn voor de controle op het werk van haar leden. Anders dan de leidraad vereist geeft de NOB geen oordeel over de werkprocessen van de aangesloten kantoren en monitort zij die evenmin. Het lidmaatschap zelf is een voldoende kwaliteitswaarborg, meent de Orde. Het standpunt van de NOB leidde, blijkens interne mails, tot een ernstige vertrouwensbreuk tussen de Belastingdienst en de organisatie van belastingadviseurs.
Hogere legerleiding
Nu lijkt er, na twee jaar onderhandelen, alsnog een akkoord te komen waardoor adviseurs eenvoudiger kunnen meedoen aan de lichtere vorm van toezicht, schrijft het FD. De verplichte monitoring van de werkprocessen bij de adviseurs door hun koepelorganisatie is teruggebracht tot de toezegging dat de NOB een systeem voorbereidt van selfassessment, collegiaal overleg en intercollegiale toetsing. Van dossieronderzoeken, een eerder discussiepunt, is geen sprake, zodat de adviseurs geen klantengegevens hoeven te delen. De plotselinge bereidheid van de Belastingdienst om tegemoet te komen aan de bezwaren van de NOB volgt nadat de Orde de ‘hogere legerleiding’ van de dienst te hulp heeft geroepen, zoals een beleidsambtenaar dat noemt.
De leden van de NOB mogen zich daar maandag 12 september over uitspreken.
Lees hier de reconstructie in het FD.