Het Register Belastingadviseurs (RB) ziet niets in de publicatie van boetes en verplichting voor belastingadviseurs om op verzoek een verklaring omtrent gedrag (VOG) te verstrekken. Beiden worden voorgesteld in een wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Ook is er volgens het RB te weinig aandacht voor de praktijk.
Boetepublicatie
Het RB heeft al eerder aangegeven tegenstander te zijn van de openbare publicatie van boetes, meldt Adjay Pahladsingh (Bureau Vaktechniek RB / Commissie Wetsvoorstellen). “Feitelijk krijgt een adviseur een dubbele bestraffing: eerst een boete en daarna de negatieve publiciteit door de publicatie. Die negatieve publiciteit blijft je tot in lengte van jaren achtervolgen met grote reputatieschade tot gevolg”, denkt Pahladsingh. “Als de boete jaren later wordt ingetrokken kan de reputatieschade niet meer ongedaan worden gemaakt. Het kwaad is dan helaas al geschied. Dit moet natuurlijk zoveel mogelijk worden voorkomen.”
Verklaring omtrent gedrag
RB-voorzitter Wil Vennix vindt dat de noodzaak van een verplichte verstrekking van een VOG ontbreekt. “Waarom is het nodig om alle belastingadviseurs met deze verplichting te confronteren? De Europese regels schrijven dit niet eens voor. Enig perspectief: in 2016 heeft de toezichthouder onder 33.000 instellingen slechts 33 bijzondere onderzoeken verricht! Moet dit alles dan voor zo een kleine groep worden opgetuigd? Er zijn zeker alternatieven.” Vennix ziet in lidmaatschap van een beroepsvereniging ook al voldoende waarborgen. “Bij onze beroepsvereniging gelden hoge kwaliteitseisen, zoals een verplichting tot het volgen van permanente educatie, maar ook tuchtrecht. Het reglement van het RB kent een klachtrecht toe aan cliënten maar ook aan de Belastingdienst. Ook moeten onze leden het melden als zij onder andere een vergrijpboete krijgen. Het lidmaatschap van onze beroepsvereniging staat dus voor kwaliteit en integriteit.”
Praktijk
Pahladsingh: “We krijgen het gevoel dat de mkb-praktijk niet de aandacht krijgt die het verdient. Denk aan de vele open normen die nog via een ministeriële regeling (amvb) moeten worden ingevuld. Die amvb laat echter nog op zich wachten, waardoor de praktijk wordt geconfronteerd met veel onduidelijkheid en daardoor rechtsonzekerheid. Ook mag straks het cliëntenonderzoek bij een laag risico niet meer achterwege worden gelaten”, weet Pahladsingh. “Dit zorgt voor extra verplichtingen die met name belastingadviseurs en hun cliënten in het mkb in negatieve zin raken. Dit leidt voor hen immers tot een grote toename van de administratieve lasten.”