De bestuursrechter heeft woensdag beslist in het beroep dat EY en PwC hebben aangespannen tegen de in 2016 door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) opgelegde boetes voor het niet voldoen aan de zorgplicht. De rechtbank vindt de interpretatie van het begrip zorgplicht door de AFM niet houdbaar en heeft het beroep van EY en PwC woensdag gegrond verklaard. De AFM overweegt tegen de uitspraak in hoger beroep te gaan.
De AFM legde vorig jaar boetes op aan de Big Four, omdat zij op basis van tekortkomingen in hun wettelijke controles niet aan hun zorgplicht zouden hebben voldaan. Zij verzamelden in de ogen van de AFM niet genoeg en geschikte informatie om een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening af te mogen geven. Daarop concludeerde de AFM dat de kantoren hun zorgplicht hadden geschonden. Op grond van de zorgplicht moet het bestuur van een accountantsorganisatie ervoor zorgen dat de interne kwaliteitswaarborgen zo functioneren dat alle aan haar verbonden externe accountants de voor hen geldende standaarden naleven. De rechter heeft nu geoordeeld dat de AFM niet op basis van tekortkomingen in individuele controledossiers mag concluderen dat het stelsel voor kwaliteitsbewaking van accountantsorganisaties niet deugt.
Enkele fouten, individuele dossiers
KPMG en Deloitte legden zich neer bij de boetes van respectievelijk €1,2 miljoen en €1,8 miljoen, die de AFM in maart 2017 oplegde. PwC (€845.000) en EY (€2,2 miljoen) lieten het er niet bij zitten. Hun standpunt is dat de accountantswaakhond geen conclusies mag trekken over de kwaliteit van hun hele organisatie op basis van fouten in enkele individuele dossiers. De boetes zijn nu door de rechter geschrapt. Daarmee krijgt de toezichthouder een flinke draai om de oren.
AFM keek naar eindproduct
De hamvraag is of een overtreding van de zorgplicht kan worden vastgesteld, als na onderzoek van de AFM blijkt dat er ernstige tekortkomingen zijn in meerdere wettelijke controles van de jaarrekening. Die vraag is nu beantwoord. ‘De rechtbank is van oordeel dat tekortkomingen in de controlewerkzaamheden van de externe accountants van een accountantsorganisatie in beginsel niet voldoende zijn voor de conclusie dat deze accountantsorganisatie niet aan haar zorgplicht voldoet: die conclusie kan in de regel alleen worden getrokken op basis van onderzoek naar de invulling van de zorgplicht door de accountantsorganisatie’, staat in de uitspraak. ‘In bijzondere situaties kan dit anders zijn. Wat de AFM over de door haar geconstateerde tekortkomingen in de controlewerkzaamheden van de externe accountants van PwC en EY naar voren heeft gebracht, is onvoldoende voor het oordeel dat de AFM buiten redelijke twijfel heeft aangetoond dat PwC en EY hun zorgplicht hebben overtreden. Gelet hierop herroept de rechtbank de boetebesluiten’, aldus de Rotterdamse bestuursrechter. Gemotiveerd had moeten worden waar meer specifieke elementen in het kwaliteitsbeleid van de accountantsorganisaties hebben gefaald.
Toezichtaanpak
De toezichtaanpak richting OOB-accountantsorganisaties bestaat uit drie sporen: 1. De kwaliteit van wettelijke controles en de interne kwaliteitsbewaking wordt gemeten. 2. Er wordt onderzoek gedaan naar de implementatie en borging van de verbetermaatregelen. 3. De impact op kwaliteit door de structuur waarbinnen accountantsorganisaties werken en de prikkels die daaruit voortvloeien, wordt beïnvloed. ‘Hier zijn bijvoorbeeld de regels rond de geschiktheidstoetsingen en onafhankelijk intern toezicht uit voortgekomen, die nu bij de Eerste Kamer voorliggen. Ook zijn partijen straks gehouden om herstelmaatregelen te treffen wanneer blijkt dat er tekortkomingen zijn in de controle van de jaarrekening’ zegt de AFM.
Kwaliteitsbeleid
‘Bij de aanpak die heeft geleid tot de publicatie van het AFM rapport in juni dit jaar, is naast de toetsing van de kwaliteit van de wettelijke controles ook aandacht besteed aan de meer specifieke elementen van het kwaliteitsbeleid’ aldus de AFM in een mededeling over het vonnis. ‘Ongeacht een mogelijk hoger beroep zet de AFM deze bredere aanpak voort.’ De toezichthouder overweegt tegen de uitspraak in hoger beroep te gaan. ‘mede omdat de AFM het van groot belang vindt dat ook rechtstreeks richting accountantsorganisaties kan worden opgetreden tegen ernstige tekortkomingen in individuele controles. Dit is internationaal een gangbare praktijk.’