Iedere ondernemer moet jaarlijks nagaan of de gekozen rechtsvorm nog voldoet. Dat geldt voor zowel de IB-ondernemer als de ondernemer met zijn besloten vennootschap. Is de gekozen rechtsvorm vanuit fiscaal oogpunt nog wel optimaal? De aangekondigde plannen van het nieuwe kabinet, om over te stappen op inkomstenbelastingheffing met twee tariefschijven in box 1, vormen de aanleiding om de rechtsvorm kritisch te beoordelen. Veel ondernemers drijven hun onderneming vanuit de besloten vennootschap, wat vanuit fiscaal oogpunt vaak niet aantrekkelijk is.
Bij lagere winsten is IB-onderneming aantrekkelijker
Bij de start van de onderneming is er voor een bepaalde rechtsvorm gekozen. Daarna wordt er vaak niet meer gekeken of de gekozen rechtsvorm nog voldoet. Als een ondernemer met een besloten vennootschap minder dan € 150.000 winst maakt op jaarbasis, is het goed om na te gaan of het voortzetten als IB-onderneming de voorkeur verdient. Bij lagere winsten scheelt dat fors in de belastingheffing. Omgekeerd zal een IB-ondernemer die succesvol is en hoge winsten behaalt er vanuit fiscaal oogpunt goed aan doen om de IB-onderneming in te brengen in een besloten vennootschap.
Invoering vlaktaks verhoogt effectieve belastingdruk IB-ondernemer. Wordt de bv aantrekkelijker?
Na invoering van de semi-vlaktaks is tot een inkomen uit werk en woning in box 1 van € 68.600 36,93% inkomstenbelasting verschuldigd. Over het surplus is 49,5% verschuldigd. De aftrek van de verschillende ondernemersfaciliteiten wordt beperkt tot de eerste tariefschijf (36,93%). Denk daarbij aan de zelfstandigenaftrek, de MKB-winstvrijstelling maar ook de stakingsaftrek. De eenmanszaak ten opzichte van de besloten vennootschap wordt daardoor minder aantrekkelijk. De invloed van de heffingskortingen zijn in de berekeningen niet meegenomen. Een korting van 14% (MKB-winstvrijstelling) op het inkomen leidt nu tot een effectieve belastingdruk van 44,72% over inkomen in de hoogste tariefschijf (nu: 52%). Als de MKB-winstvrijstelling straks slechts aftrekbaar is tegen de eerste belastingschijf van 36,93%, leidt dat tot een effectieve belastingdruk van 44,33 % in de hoogste tariefschijf (straks: 49,5%). Alhoewel het toptarief is verlaagd, daalt de belastindruk voor de IB-ondernemer nagenoeg niet. Toch verwacht ik dat voor veel ondernemers een terugkeer naar de IB-onderneming vanuit de besloten vennootschap fiscaal interessant is.
Er kunnen ook niet fiscale motieven zijn om een besloten vennootschap op te richten
Er kunnen altijd andere motieven zijn om te kiezen voor een besloten vennootschap, bijvoorbeeld verwachte toekomstige groei, afnemers of leveranciers die dat vereisen of voor het beperken van aansprakelijkheidsrisico’s. De verkoop van de onderneming op korte termijn, kan ook aanleiding zijn om voor de rechtsvorm besloten vennootschap te kiezen. Deze aspecten moeten meegewogen worden bij de keuze om eventueel de onderneming vanuit privé voort te zetten.
De nieuwe belastingplannen vormen nu een mooie aanleiding om na te gaan of de gekozen rechtsvorm nog optimaal is. Maar eigenlijk zou iedere ondernemer jaarlijks voor zichzelf moeten nagaan of de rechtsvorm nog wel past. Wilt u weten of een terugkeer uit de bv voor u aantrekkelijk is? Dan kunt u dat laten berekenen.
Ewoud de Ruiter is fiscaal jurist en directeur van 3RRR Belastingadviseurs bv