Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) is niet van plan de invoering van het loonkostenvoordeel, onderdeel van de Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) met een jaar uit te stellen. Hij gaat daarmee voorbij aan het advies van het Bureau ICT-toetsing (BIT), dat oordeelde dat de voorbereidingen voor de implementatie van de wet te traag vorderen.
Het bureau heeft op verzoek van het ministerie een toetsing gedaan. De Wtl vervangt het systeem van premiekortingen voor werkgevers die kwetsbare groepen werknemers in dienst nemen. De Wtl bestaat uit het lage-inkomensvoordeel (LIV), voor werknemers met een loon tussen 100% en 125% van het minimuminkomen, het Jeugd-LIV voor werknemers met een minimumjeugdloon en het loonkostenvoordeel (LKV) voor oudere uitkeringsgerechtigden of arbeidsongeschikten. Het LIV is op 1 januari 2017 ingegaan, de overige twee regelingen begin dit jaar. De eerste uitbetalingen volgens het LIV staan gepland voor september.
Systemen niet op tijd af
Of dat allemaal soepel gaat verlopen, is maar de vraag, zo stelde BIT eind vorig jaar in het rapport: “Wij maken ons zorgen of voldoende tijd resteert om alle onderdelen van de Wtl zorgvuldig te kunnen invoeren. Wij vrezen dat een aantal belangrijke systemen niet op tijd af zal zijn en dat UWV en Belastingdienst zullen moeten terugvallen op tijdelijke en handmatige processen. Ook zal het niet meer lukken om tijdig te juiste gegevens te verzamelen voor de beleids- en verantwoordingsinformatie die nodig is om het effedt van de Wtl te kunnen evalueren.” Het BIT adviseerde Koolmees daarom het LKV met een jaar uit te stellen, ook omdat voor het LIV veel systemen nog niet af zijn.
Alternatief: twee maanden uitstel
Koolmees gaat niet mee in dat advies. Met betrekking tot het LIV is inmiddels voortgang geboekt, schrijft hij aan de Tweede Kamer. “Mocht het, desalniettemin, om uitvoeringstechnische redenen nodig zijn, dan is er de mogelijkheid tot het uitstellen van de voorlopige berekening en de beschikking van het LIV met maximaal twee maanden. Voor de overige onderdelen van de Wtl, de loonkostenvoordelen (LKV) en het jeugd-LIV bedraagt de resterende invoeringstijd nog meer dan een jaar. Deze onderdelen zijn weliswaar ingevoerd per 1 januari 2018, maar de eerste uitbetaling is pas uiterlijk medio september 2019 (over 2018). Bovendien kunnen deze onderdelen gebruik maken van de reeds ontwikkelde infrastructuur van het LIV.”
Geen LKV en geen premiekortingen
Uitstel van het LKV biedt geen soelaas, aldus Koolmees, omdat het onderdeel LIV al is ingegaan. “In de tweede plaats is het niet nodig het LKV uit te stellen, want de uitvoeringsinstanties kunnen nog geheel 2018 benutten voor de invoering van de LKV en Jeugd-LIV, omdat de uitbetaling pas na afloop van het kalenderjaar, uiterlijk medio september 2019, hoeft plaats te vinden. In de derde plaats kan het LKV niet meer uitgesteld worden. Het zou betekenen dat de huidige premiekortingen een jaar langer dienen door te lopen. De premiekortingen zijn echter medio 2017 al door mijn voorganger afgeschaft met ingang van 1 januari 2018. Uitstel van LKV zou voor werkgevers betekenen dat ze over 2018 geen LKV kunnen aanvragen, maar ook geen premiekortingen kunnen krijgen.”