Een projectontwikkelaar moet opnieuw leges betalen vanwege een wijzigingsaanvraag op de omgevingsvergunning. Dat heeft Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist.
De rechtbank gaf weliswaar aan dat het aannemelijk was dat de projectontwikkelaar en de gemeente bij het sluiten van de overeenkomsten ervan uitgegaan waren dat eenmaal leges zouden worden geheven, maar dat dat nog niet betekent dat een tweede nota leges in de papierversnipperaar mocht.
Golfbaan
De ontwikkelaar was eigenaar van een golfbaan en de daarop gevestigde opstallen. Hij wilde het terrein uitbreiden met een stuk grond in eigendom van de gemeente, waarop varkensstallen stonden. Dat zou worden getransformeerd tot golfaccommodatie en er zouden 35 woningen gebouwd worden. In 2008 diende de NV daarvoor een aanvraag in voor een bouwvergunning. Voor de realisatie van het project richtte de NV in 2013 een BV op. De gemeente verleende in 2009 de vergunning en bracht de NV daarvoor € 163.531 aan leges in rekening. In 2014 vroeg het bedrijf een vergunning aan voor nog eens vier woningen. De gemeente presenteerde daarop nog eens een rekening van € 19.803 aan leges. De ontwikkelaar vond dit dubbelop en voelde zich uitgeknepen. En voor zover de gemeente wel bevoegd zou zijn tot het opnieuw in rekening brengen van leges, dan toch niet met zo’n vette nota.
Wijzigingen
Het bedrijf vond dat de gemeente de indruk had gewekt eenmaal leges te heffen. De heffingsambtenaar liet zien dat bij de aanvraag van een tweede vergunning voor alle woningen de indeling, bouwmassa, maatvoering, vormgeving en fundering gewijzigd is ten opzichte van de eerdere aanvraag en dat ook dakconstructies waren gewijzigd. Niks dubbelop; er was extra werk verricht voor de aanvraag. De rechtbank beoordeelde of de gemeente het vertrouwensbeginsel had geschonden, maar vond uiteindelijk van niet. Uit documenten die waren getoond bleek niet dat er harde toezeggingen waren gedaan over het uitblijven van een tweede heffing.