Volgens de Nederlandse wet kan iemand bij verblijf buiten Nederland maximaal dertien weken per jaar zorg inkopen met zijn pgb. Die zorg moet een voortzetting zijn van in Nederland begonnen behandeling. Dat was bij deze patiënt niet het geval. In eerste aanleg gaf de rechtbank het Zorgkantoor gelijk, maar de patiënt ging daartegen in beroep. De CrvB bekeek of de maximum termijn van dertien weken en de eis van voortzetting van de in Nederland gestarte zorg in strijd zijn met het recht van de Europese Unie, namelijk het recht op vrij verkeer van diensten en vond dat dit het geval is. Budgethouders kunnen als gevolg van de uitspraak nu zorg inkopen bij dienstverleners in een andere EU-lidstaat. Om aanspraak te kunnen maken op een pgb moet iemand wel in Nederland wonen en verzekerd zijn.