Een lange of regelmatige logeerpartij aan derden kan de eigen woningaftrek in gevaar brengen. Dat blijkt uit een uitspraak van Hof Den Bosch, dat arrest wees in de zaak van een diplomatenstel dat zijn woning tijdens uitzending naar het buitenland ter beschikking telde aan twee dochters en een neef en niet meer geregistreerd stond in de gemeentelijke basisadministratie.
De neef maakte gebruik van het huis als hij voor zijn studie in de buurt was. De inspecteur redeneerde dat een woning blijft gelden als eigen woning voor de inkomstenbelasting gedurende tijdelijk verblijf elders, bijvoorbeeld in het buitenland, maar dat het huis dan niet aan derden ter beschikking mag worden gesteld als de eigenaren elders wonen. Dan is niet voldaan aan de eis van artikel 3.111, lid 6, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 dat voorschrift dat de woning niet aan een derde ter beschikking wordt gesteld.
Van box 1 naar box 3
Wordt niet aan de voorwaarden voldaan, dan valt de woning niet langer onder de eigenwoningregeling en gaat deze van box 1 naar box 3. De betaalde hypotheekrente is dan niet aftrekbaar. Gebruik van de woning tijdens het verblijf elders door mensen die deel uitmaken van het huishouden van de belastingplichtige is toegestaan. Met een neef was dat niet het geval. Na de rechtbank kwalificeerde ook het Hof het gebruik van een woning door een neef van de belastingplichtige als het ter beschikking stellen van de woning aan een derde. Volgens het hof behoorde de neef niet tot het huishouden van de belastingplichtige. Het Hof vond van belang dat de neef toestemming had voor het gebruik van de woning en dat sprake was van meer dan incidenteel logeren. Dat de neef slechts één slaapkamer in gebruik had en plus algemene voorzieningen als badkamer en keuken wil niet zeggen dat de woning niet aan derden ter beschikking werd gesteld. Het hof was van oordeel dat de inspecteur de woning terecht niet als eigen woning heeft aangemerkt.