De eerste bekende ruil van bitcoin voor een fysiek product was op 22 mei 2010, toen een Brit 10.000 bitcoins betaalde voor twee pizza’s. Omgerekend naar een actuele koers is dat ruim € 100.000.000. Dat is een enorme koersstijging, in een relatief korte periode. Ook de totale waarde van alle cryptovaluta wereldwijd steeg hard. Was de zogenaamde market cap begin juli 2017 nog geen $ 100 miljard, begin november was dit al $ 200 miljard en dit steeg door naar meer dan $ 800 miljard in de eerste week van januari 2018. Maar ook het aantal cryptovaluta stijgt explosief, net als het aantal platformen dat de handel hierin faciliteert. Indrukwekkende en interessante cijfers. Bitcoin trok dus ook de aandacht van de Belastingdienst. Huub Nacken van PKF Wallast legt het uit.
Hoe zit het met de fiscale kant van cryptovaluta? In deze bijdrage leg ik uit hoe waarde en rendement worden belast, zonder specifiek in te gaan op het BTW-aspect. Al wil ik over dit laatste toch één opmerking kwijt: het Europese Hof van Justitie heeft inmiddels de parallel getrokken tussen bitcoin en ‘betaalmiddelen’, waardoor de handel in bitcoin of de bemiddeling van die handel vrijgesteld van BTW plaatsvindt. Of deze benadering ook geldt voor andere cryptovaluta – en of er ook buiten de Europese Unie op gelijke wijze over wordt gedacht – is wat mij betreft nog geen uitgemaakte zaak.
Speculatieve winst en vermogensbelasting
Veel particulieren hebben wat spaargeld omgezet in bitcoins, om deze later weer te verkopen met winst als gevolg van prijsstijgingen. Er is meestal geen concreet plan om waarde toe te voegen. Het zijn transacties met een kans op winst en een risico op verlies. Dit heet speculeren en dit soort speculatiewinst wordt in Nederland normaliter niet belast. Het bezit van bitcoins leidt echter wel tot belastingheffing, want bitcoins en andere cryptovaluta worden belast in box 3 van de inkomstenbelasting. In box 3 wordt niet de gerealiseerde winst belast, maar een fictief rendement over de waarde van vermogen. Op 1 januari van een fiscaal jaar wordt bekeken hoe groot het privévermogen van een particulier is. Daarover wordt een fictief rendement berekend op basis van een staffel. Het belastingtarief over het rendement is 30%. Het effect is per saldo een vermogensbelasting naar de tarieven (2018), zoals weergegeven in deze tabel:
Schijf Vermogen Fictief rendement Effectief tarief
Vrijstelling € 0 – € 30.000 0% 0%
Schijf 1 € 30.000 – € 100.800 2,02% 0,60%
Schijf 2 € 100.800 – € 1.008.000 4,33% 1,30%
Schijf 3 > € 1.008.000 5,38% 1,61%
Hoe werkt nu de belastingheffing over cryptovaluta?
Dit gaat als volgt. In uw aangifte inkomstenbelasting geeft u de stand van uw vermogen aan per 1 januari (0:00 uur), inclusief cryptovaluta. Er zijn (nog) geen specifiekere regels die voorschrijven welke koers van welk handelsplatform hiervoor gebruikt moet worden. De koersen tussen de verschillende platformen kunnen namelijk aanzienlijk fluctueren. Het staat u echter niet vrij om zonder meer de laagste koers op 1 januari van een jaar te kiezen. In de praktijk verwacht ik weinig discussie met de Belastingdienst als u de koers gebruikt van het handelsplatform waar u uw cryptovaluta aanhoudt of heeft verworven. Verder maakt de waarde(schommeling) de rest van het jaar niet meer uit, zelfs niet als de waarde misschien op 2 januari al 100% stijgt of 100% daalt. Voor de belastingheffing is in beginsel de waarde op 1 januari van het volgende jaar pas weer relevant.
Cryptovalutawinsten en winstbelasting?
Vermogen wordt dus in beginsel belast in box 3, maar er kan ook belastingheffing plaatsvinden in box 1 als er sprake is van een belangrijke mate van actieve bemoeienis om het vermogen te laten stijgen. Er is dan sprake van meer dan normaal vermogensbeheer. Het exacte omslagpunt valt niet aan te geven, maar dit hangt af van een combinatie van kwaliteit en/of kwantiteit van kennis en ervaring, geïnvesteerde (al dan niet eigen) tijd en aangeschafte hulpmiddelen. Elke casus is uniek en elke combinatie van deze factoren kan dus in theorie zorgen voor verschuiving van vermogen uit box 3 naar box 1, waar het werkelijke rendement tegen een tarief tot 52% belast wordt. Waar uiteindelijk de grens ligt, is natuurlijk aan de rechter, maar ik heb wel een paar aannames:
- Als u bijzondere (voor)kennis hebt die het speculatieve aspect aan een transactie ontneemt, moet de winst worden belast in box 1. De huidige ‘crypto-cowboys’ met goudkoorts lijken overigens regelmatig overtuigd van het bezit van bijzondere kennis en een ‘zekerheid op winst’. Als die kennis echter niet meer is dan een goed onderbouwde inschatting van algemeen bekende omstandigheden, dan blijft het fiscaal, normaal gesproken, speculeren in box 3. 2.
- Maakt u er een dagbesteding van om in cryptovaluta te handelen, dan moet u er rekening mee houden dat de winst wordt belast in box 1.
- De aankoop en inzet van IT-apparatuur met het doel om cryptovaluta te delven (minen), zal mogelijk de grens naar box 1 overschrijden. Zodra de cryptomunten gedolven zijn, kan de waarde daarvan weer terugschuiven naar box 3 (bijzonderheden daargelaten).
- Beheert u tegen vergoeding het vermogen of de IT-apparatuur voor anderen, dan is die vergoeding belast in box 1.
- Als u een van bovenstaande activiteiten verricht in uw eigen bv, dan wordt het resultaat normaliter belast met vennootschapsbelasting. Wel is een goede administratieve vastlegging van groot belang. Latere uitkeringen uit de bv zijn belast met aanmerkelijkbelangheffing (box 2).
Valkuilen
Ten aanzien van aannames #1 – 3 geldt dat het feit dat winst in box 1 belast wordt, niet automatisch betekent dat een verlies in dat geval ook in box 1 van overig inkomen, zoals loon, kan worden afgetrokken. Als gedurende langere tijd bitcoin-inkomsten zijn verantwoord in box 1, lijkt het wel logisch om een onverhoopt negatief resultaat ten laste van box 1 te brengen. Speculeren met cryptovaluta valt in beginsel in box 3, ook als iemand anders het beheer over uw vermogen voert. Dat wordt anders wanneer:
- deze beheerder uw vermogen vermengt met dat van nog meer speculanten waar hij het beheer voor voert; en
- u niet specifiek goedkeuring heeft gegeven voor het toetreden van een nieuwe speculant of wijziging van de onderlinge verhoudingen.
In die situatie wordt het samengebrachte vermogen in beginsel als een vennootschap behandeld en belast. De werkelijke collectieve winst wordt dan belast met vennootschapsbelasting (tarief 2018: 20% – 25%). Vervolgens wordt u voor uw deel in het collectief belast in de inkomstenbelasting (afhankelijk van het procentueel belang in box 2 of in box 3).
Cryptotransacties traceerbaar
Iedereen heeft een eigen verantwoordelijkheid om een juiste belastingaangifte te doen. De Belastingdienst laadt de gegevens van bankrekeningen automatisch in, maar de gegevens van handelsplatformen voor cryptovaluta niet. Daar moet u dus zelf voor zorgen. Het is ook verstandig dat u dit daadwerkelijk doet. De blockchaintechnologie die de basis vormt voor cryptovaluta heeft namelijk als kenmerk dat alle transacties via die blockchain altijd en voor iedereen inzichtelijk zijn. In theorie kan ook de Belastingdienst dus van elke Nederlander zijn cryptovalutahistorie en -handelsactiviteit inzien. Uit Duits onderzoek is gebleken dat circa 40% van de bitcoin-gebruikers geïdentificeerd kon worden. Het is daarom goed om te weten dat de Belastingdienst met betrekking tot cryptovaluta (vermogen of winst) mogelijk twaalf jaar – maar in ieder geval vijf jaar – terug zal kunnen kijken om alsnog belasting te heffen. De boete voor het onjuist doen van aangifte kan oplopen tot 300% van de te betalen belasting per jaar. Denk dus goed na en/of laat u zich goed adviseren wanneer u de ambitie heeft om bitcoin-miljonair te worden. Voorkom dat u eindigt met een (flinke) belastingschuld!
Mr. H.J.A. Nacken, Belastingadviseur bij PKF Wallast
Dit artikel krijgt u gratis van ons. Het verscheen eerder in de papieren Accountancy Vanmorgen. Wilt u meer van dit soort artikelen lezen: Klik dan op deze link voor een abonnement op AV.