De civiele kamer van het Hof ’s-Hertogenbosch heeft uitgesproken dat een belastingadvieskantoor 267.122 euro aan schade heeft veroorzaakt met een verkeerd advies over de aankoop van enkele panden. In de zaak tussen de belastingadviseur en een pandeigenaar en zijn kinderen werd eerder al bepaald dat er sprake is geweest van onzorgvuldige advisering.
Een aandeelhouder in een privékliniek verkreeg in 2004 een koopoptie op het monumentale pand waarin de kliniek was gevestigd en op drie naastgelegen panden. Daarop vroeg hij de belastingadviseur om advies over aankoop, waarbij de waarde van het pand waar de kliniek is gevestigd aan zijn kinderen zou moeten toekomen. Op advies van het kantoor besluit de man om de aandelen te kopen in een BV, waarmee vervolgens de panden werden aangekocht.
Naderhand ontstaat een conflict en stellen de man en zijn kinderen de belastingadviseur aansprakelijk voor geleden schade. De civiele kamer van Rechtbank Oost-Brabant bepaalde eerder al dat er inderdaad adviezen zijn gegeven die de belastingadviseur als redelijk handelend en redelijk bekwaam belastingadviseur niet had mogen geven. Met de onjuiste en onrechtmatige adviezen werd het kantoor als schadeplichtig gekwalificeerd. De zaak werd vervolgens door de civiele kamer van het Hof ‘s-Hertogenbosch aangehouden omdat er behoefte was aan deskundige voorlichting over de voor de schadeberekening relevante waardeontwikkeling van panden. De civiele kamer neemt nu de berekening van de deskundige over en bepaalt de totale schade voor de man en zijn kinderen op 267.122 euro. Dat bedrag valt lager uit dan het bedrag dat de rechtbank eerder toekende en daarom corrigeert het Hof het vonnis van de rechtbank op dit punt.
Uitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2018:3447