Als de belastingrechter een aansprakelijkstelling vermindert omdat ten aanzien van een belasting het verdedigingsbeginsel is geschonden, hoeft de Belastingdienst het er niet bij te laten. Nieuwe rondes, nieuwe kansen, vindt Rechtbank Noord-Holland.
De bestuurder van een vennootschap werd door de fiscus aansprakelijk gesteld voor een bedrag van € 111.722,05 wegens onbetaalde naheffingsaanslagen loonheffing en omzetbelasting. Ook werd hij als onmiddellijk bestuurder aansprakelijk gesteld voor de boete, invorderingskosten en invorderingsrente. Hij ging daartegen in beroep. De belastingrechter was van mening dat ten aanzien van de omzetbelasting het verdedigingsbeginsel was geschonden en verminderde de beschikking van de ontvanger met de aansprakelijkheid voor de omzetbelasting.
Niet ingetrokken
De inspecteur stelde de bestuurder opnieuw aansprakelijk, omdat de BV omzetbelasting over het eerste en tweede kwartaal van 2013 niet betaalde. De bestuurder stond op het standpunt dat de fiscus niet opnieuw een beschikking aansprakelijkstelling kon uitreiken. De eerdere aansprakelijkstelling was formeel nog niet ingetrokken. De rechtbank oordeelt dat door de eerdere uitspraak de omzetbelasting is verminderd, zodat de rechtsgevolgen van het besluit vernietigd zijn. Maar dat betekent niet dat de inspecteur geen nieuwe beschikking aansprakelijkstelling mag opleggen. Bovendien had de ontvanger op 3 februari 2018 de eerste aansprakelijkstelling alsnog formeel ingetrokken. De rechtbank woog verder mee dat de rechtsvordering tot betaling van de naheffingsaanslag omzetbelasting nog niet verjaard was.