Kruislings schenken om in aanmerking te komen voor de verhoogde vrijstelling schenkbelasting voor de eigen woning is ongewenst en in strijd met de letter en geest van de Successiewet 1956. Dat schrijft staatssecretaris van Financiën Menno Snel in reactie op vragen van Tweede Kamerleden Lodders (VVD) en Van Weyenberg (D66). De twee stelden vragen naar aanleiding van een advertentie in het blad Arts en Auto over de toepassing van de schenkvrijstelling eigen woning.
De Telegraaf berichtte over de fiscale truc, die al vaker met behulp van advertenties tot stand zou zijn gekomen. In de meest recente advertentie stond de oproep: „Heeft u uw kind/familielid al belastingvrij geschonken voor de aankoop van een eigen woning en zou u dit nog een keer willen doen? Wij schenken uw kind/familielid en u de onze. Uiteraard via een notaris.” Sinds 2017 mag iedereen tussen 18 en 40 jaar van een familielid of van een derde eenmalig een schenking van maximaal € 102.010 (bedrag 2019) vrij van schenkbelasting ontvangen, mits deze tijdig wordt aangewend voor de eigen woning. Op deze verhoogde vrijstelling schenkbelasting voor de eigen woning kan een beroep worden gedaan als het geschonken bedrag uiterlijk voor het einde van het tweede kalenderjaar volgend op het jaar van de schenking wordt benut voor verwerving van een eigen woning, aflossing van de eigenwoningschuld, verbetering of onderhoud van de eigen woning, eigen woning in aanbouw of aflossing van de restschuld.
De reden voor het doen van kruislingse schenkingen – jij schenkt aan mijn kind onder de voorwaarde dat ik aan jouw kind schenk – is gelegen in het feit dat een ouder een schenking wil doen aan zijn eigen kind voor diens eigen woning, maar dat kind voor die schenking geen beroep meer kan doen op de verhoogde vrijstelling schenkbelasting voor de eigen woning, omdat het kind al eerder een beroep op een verhoogde vrijstelling schenkbelasting heeft gedaan wegens een schenking van dezelfde ouder(s). Via de omweg van kruislings schenken willen ouders bereiken dat het kind toch een beroep kan doen op die vrijstelling, door te stellen dat de schenking afkomstig is van een ander.
Belastingdienst
Deskundigen meldden in De Telegraaf dat de constructie weliswaar niet de bedoeling van de regeling is, maar ook niet illegaal. Staatssecretaris Snel ziet dat anders en meldt dat de Belastingdienst alert is op situaties waarin – ten onrechte – meermaals een beroep op de schenkvrijstelling wordt gedaan. De fiscus zal onjuiste toepassing van de vrijstelling schenkbelasting corrigeren, meldt Snel. ‘In zo’n geval zal het beroep op de vrijstelling niet gehonoreerd worden. Dit standpunt heeft mijn ambtsvoorganger eerder aan de Tweede Kamer aangegeven tijdens de parlementaire behandeling van het Belastingplan 2014 en het Belastingplan 2016. […] Bij de invoering van de tijdelijke verruiming van de vrijstelling schenkbelasting voor de eigen woning van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2014 bestond reeds aandacht voor het mogelijk ontstaan van fiscale constructies om daarmee de vrijstelling meer dan één keer toe te passen. Zoals in de parlementaire stukken is aangegeven, zal de Belastingdienst bij constatering van kruislingse schenkingen de schenkingen beschouwen als schenkingen van de ouder(s) aan het eigen kind met als consequentie dat er schenkbelasting bij het kind wordt geheven, indien het kind reeds eerder een beroep heeft gedaan op een verhoogde vrijstelling schenkbelasting wegens een schenking van dezelfde ouder(s).’
Samenstel van rechtshandelingen
Juridisch is er bij deze constructie sprake van een samenstel van rechtshandelingen, licht Snel verder toe. ‘De ouder van het ene kind heeft een overeenkomst gesloten met de ouder van het andere kind. Door de overeenkomst verarmt de ouder en verrijkt het (eigen) kind. Het blijft dus een schenking van de ouder aan het eigen kind. In die verhouding kan niet meer dan eenmaal de vrijstelling worden toegepast. Ook als er wordt verkregen door middel van een derdenbeding is de verkrijging belast. De ene ouder heeft immers de verkrijging van de andere ouder bedongen ten behoeve van het eigen kind. Tot slot: in de Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting zijn nadere voorwaarden gesteld voor de toepassing van de verhoogde vrijstelling voor een schenking ten behoeve van de eigen woning. Een van deze voorwaarden is dat de schenking onvoorwaardelijk wordt gedaan. Op het moment dat de ene ouder met de andere ouder overeenkomt dat hij diens kind een schenking doet onder voorwaarde dat deze ouder ook zijn kind een schenking doet, is deze niet onvoorwaardelijk en is de schenkvrijstelling ook om die reden niet van toepassing.’
Evaluatie
Hoe vaak de advertenties voorkomen is de staatssecretaris niet bekend, meldt hij. Ook is het hem en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) niet bekend of notarissen actief aan de constructie meewerken. Er volgt nog een evaluatie van onder andere de verhoogde vrijstelling schenkbelasting voor de eigen woning, licht de D66’er toe. ‘Zoals in de memorie van toelichting van het Belastingplan 2016 is vermeld, is voor het jaar 2020 een evaluatie voorzien waarin ook zal worden gekeken naar wie gebruik maakt van de regeling (ouder-kindrelaties; overige familieleden en derden) en tot welke bedragen; dit ook om vast te kunnen stellen of gebruikgemaakt wordt van ongewenste constructies.’
Ook interessant voor u! Cursus Schenk- en erfbelasting op 21 mei 2019 door Bernard Schols.