Een ondernemer die zakelijk een Audi S8 Quattro reed is er bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden niet in geslaagd om aan te tonen dat sprake was van een bijzondere omstandigheid die heretikettering naar zijn privévermogen rechtvaardigt. Het Hof neemt daarbij onder andere in aanmerking dat de ondernemer eerder nagenoeg altijd een auto tot zijn ondernemingsvermogen rekende en ook een nieuwe Audi S8 weer zakelijk gebruikte. In zo’n situatie is het lastig aan te tonen dat er sprake is van bijzondere omstandigheden.
De man heeft een eenmanszaak en schafte op 31 mei 2012 voor 50.000 euro een Audi S8 Quattro aan. Hij gebruikte de auto zowel voor zakelijke als privédoeleinden, bij aanschaf etiketteerde hij de auto als ondernemingsvermogen. Op 22 december bracht hij de Audi over van zijn ondernemingsvermogen naar zijn privévermogen en liet dat opnemen in de jaarrekening 2012 van zijn onderneming. Op 28 maart 2013 ruilde hij de Audi in en kocht hij een nieuwe Audi S8. Vanaf het moment van aanschaf tekende hij ook de tweede Audi tot het ondernemingsvermogen. Voor de auto hield hij een rittenadministratie bij waaruit volgt dat hij in de periode van 28 maart 2013 tot en met 31 december 2013 in totaal 232 privékilometers heeft gereden. De inspecteur stelde zich vervolgens op het standpunt dat de eerste Audi tot het ondernemingsvermogen is blijven behoren.
Het is bij het Hof aan de ondernemer om aannemelijk te maken dat sprake is van een bijzondere omstandigheid, in dit geval een zodanige wijziging in gebruik, dat auto 1 niet langer tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend maar moet worden overgebracht naar het privévermogen. Naar het oordeel van het Hof is de ondernemer niet in deze bewijslast geslaagd. De ondernemer hield in de betreffende periode geen rittenadministratie bij en gaf evenmin op verifieerbare wijze inzicht in het feitelijk gebruik van auto 1. Hij heeft weliswaar een eigen verklaring schriftelijk bij de notaris laten vastleggen die behelst dat hij auto 1 enkel in de periode van 22 december 2012 tot 28 maart 2013 voor privédoeleinden heeft gebruikt, maar deze verklaring sluit niet uit dat met auto 1 tevens zakelijke kilometers zijn gereden en zijn stelling dat hij de auto niet meer voor zakelijke doeleinden heeft gebruikt wordt niet ondersteund door andere verifieerbare gegevens.
Voor de gereden kilometers in die periode heeft de ondernemer slechts een verklaring gegeven voor ongeveer de helft van het aantal gereden kilometers, namelijk een vakantiereis en tweemaal per week naar zijn appartement dat op 35 kilometer afstand van het werkadres is gelegen. De door de werknemers gegeven schriftelijke verklaringen acht het Hof van onvoldoende gewicht omdat deze door de ondernemer zijn opgesteld en de tekst de mogelijkheid openlaat dat auto 1 wel zakelijk is gebruikt.
Het Hof neemt verder in aanmerking dat de ondernemer in de jaren voorafgaand aan en volgend op 2012 nagenoeg altijd een auto tot zijn ondernemingsvermogen heeft gerekend en dat hij ook auto 2 weer zakelijk heeft gebruikt. De hiervoor genoemde omstandigheden wijzen er naar het oordeel van het Hof meer op dat de ondernemer auto 1 in de desbetreffende periode nog wel zakelijk heeft gebruikt, temeer omdat hij bij de rechtbank en het Hof heeft verklaard dat hij privé in de auto van zijn vriendin reed.
Dat leidt volgens het Hof tot de conclusie dat auto 1 tot het moment van verkoop op 28 maart 2013 tot het ondernemingsvermogen is blijven behoren. De Inspecteur heeft terecht het in 2012 in aanmerking genomen boekverlies gecorrigeerd.