De Belastingdienst mag bij een aangifte van fiscale partners besluiten voor een van hen een correctie door te voeren op de betaalde hypotheekrente en voor de ander niet. Dat oordeelt het gerechtshof in Den Haag.
Een vrouw staat vanaf 14 december 2015 ingeschreven op het adres van haar partner. Die woning is zijn eigendom, begin dat jaar gefinancierd met een annuïteitenlening bij zijn ouders tegen 9% rente. Het stel doet samen belastingaangifte. Er is € 24.365 aan rente betaald; het negatieve inkomen uit eigen woning is voor 58% aan de vrouw en voor 42% aan de man toegerekend. De man krijgt een aanslag conform de aangifte, maar voor de vrouw wordt een correctie toegepast. Slechts een deel wordt als zakelijke rente aangemerkt. Het gecorrigeerde bedrag wordt voor 58% aan de vrouw toegerekend. Het bovenmatige deel van de in aftrek gebrachte rente wordt aangemerkt als een schenking van de partner aan zijn ouders.
Geen rechten ontlenen aan aanslag partner
De vrouw stapt naar de rechter: zij vindt het vreemd dat de aanslag voor haar wel is gecorrigeerd, maar voor haar partner niet. Daar is de rechtbank het niet mee eens: ten tijde van het opleggen van de aanslag IB/PVV 2015 aan de partner was de aanslag van de vrouw nog niet definitief. ‘De Belastingdienst is niet verplicht de definitieve aanslag van [de vrouw] op dezelfde wijze als bij haar partner vast te stellen.’ Aan de aanslag van haar partner kon zij geen rechten ontlenen.
Onzakelijke lening
De betwisting van het etiket ‘onzakelijke lening’ beschouwt de rechtbank als volgt: Ten tijde van het afsluiten van de geldlening was een rentepercentage in de bandbreedte van rond de 3% gangbaar voor een lening met zekerheidsstelling en een rentevaste periode van 15 jaar. Een percentage van 9% wijkt daar zeer aanzienlijk van af. Wel is een hogere rente gerechtvaardigd omdat er geen zekerheid is gesteld.
Al met al beoordeelt de rechtbank het risico dat de partner de geldlening niet zou kunnen terugbetalen, ofwel afwezig ofwel niet groot. ‘Echter, als daarvan wordt uitgegaan dan valt daardoor de grond weg voor een aanmerkelijk hogere rentevoet.’ Er moet dan ook van worden uitgegaan dat de ouders van de partner de geldlening onder de overeengekomen voorwaarden hebben verstrekt vanwege de familierelatie met hun zoon. Daarom oordeelt de rechtbank dat het rentepercentage van 9% onzakelijk is. Bij de correctie is de fiscus uitgegaan van een rente van 4,5%, wat de rechtbank redelijk acht.
Aanslag wordt zelfstandig vastgesteld
De vrouw wil van het gerechtshof weten of de fiscus mag afwijken van een eerder ingediende aangifte als het gaat om een gezamenlijk inkomensbestanddeel en de aanslag IB/PVV ten name van de fiscaal partner al definitief is opgelegd. ‘Belanghebbende kan geen rechten ontlenen aan de ten name van de fiscaal partner van belanghebbende opgelegde aanslag’, vindt het hof. ‘De aanslag ten name van belanghebbende wordt zelfstandig vastgesteld, op basis waarvan de Inspecteur derhalve gerechtigd was de aangifte van belanghebbende inhoudelijk te controleren. Van een expliciete standpuntbepaling inzake de eigenwoningrente was bij het opleggen van de aanslag van de fiscaal partner van belanghebbende immers geen sprake.’
Dat de feitelijke verdeling van 58-42 nu veranderd is doordat de fiscus een correctie heeft toegepast op de rente, maakt niet uit, oordeelt het hof. ‘Het staat de Inspecteur immers vrij het bedrag inzake inkomsten uit eigen woning te corrigeren.’
Geen vergelijking met persoonlijke lening
De vrouw wil verder dat bij de bepaling van de rente wordt aangesloten bij de tarieven voor een persoonlijke lening zonder zekerheden. Maar dat gaat niet op. ‘Blijkens de leningsovereenkomst verbindt de fiscaal partner van belanghebbende zich echter, zolang de hoofdsom, rente en kosten niet volledig zijn afgelost, om op eerste verzoek van zijn ouders zekerheid te verlenen van een zo hoog mogelijke rang. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat het voornoemde tevens het geval is bij de door haar aangehaalde persoonlijke leningen zonder zekerheden.’
Uitspraak: ECLI:NL:GHDHA:2019:2213
Ook interessant voor u! Cursus Varia IB en Vpb op 3 december a.s. met Mr. dr. Chris Dijkstra