Een uiterst gefrustreerde belastingbetaler mag geen zogenaamd komische prijsuitreiking voor ‘meest corrupte ambtenaar’ en ‘de grootste ongelikte beer binnen de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën’ uitreiken bij enkele ambtenaren aan huis. De rechtbank Gelderland legt de man, die al jarenlang een conflict heeft met de fiscus, in een door de Staat en de ambtenaren aangespannen kort geding een contactverbod op. Het recht op bescherming van eer en goede naam en de persoonlijke levenssfeer weegt in dit geval zwaarder dan het recht op vrijheid van meningsuiting, oordeelt de voorzieningenrechter.
Naheffingsaanslagen
De man leeft in onmin met de Belastingdienst nadat hij begin deze eeuw naheffingsaanslagen loonbelasting/premie volksverzekeringen en omzetbelasting opgelegd kreeg die hij weigerde te betalen. De Belastingdienst en verschillende individuele ambtenaren werden vervolgens door hem beschuldigd van allerlei strafbare en anderszins onrechtmatige gedragingen. De man en zijn echtgenoot voerden meerdere procedures tegen de Belastingdienst en individuele ambtenaren, maar in al die procedures werden ze in het ongelijk gestel.
Digitale schandpaal
In 2012 maakte de man het al bont door verschillende medewerkers van de Belastingdienst (en de Belastingdienst zelf) aan de digitale schandpaal te nagelen door ze met naam en toenaam van ernstige vergrijpen te beschuldigen op een voor een ieder toegankelijke website van een door hem opgerichte en beheerde stichting. Vervolgens werd in 2018 via een website die uiteindelijk naar de man leidde een zwartboek gepubliceerd, waarin wederom een groot aantal ernstige beschuldigingen werd geuit aan het adres van verschillende, met naam en toenaam genoemde (voormalig) medewerkers van de Belastingdienst. Nadat de website op verzoek van de Staat door de hosting provider is verwijderd, werd het inmiddels aangevulde zwartboek op een andere website opnieuw gepubliceerd. In de daarop gevolgde correspondentie tussen de advocaat van de Staat c.s. en de man gaf hij onomwonden te kennen dat hij zich niets aantrekt van wie of wat dan ook en dat hij verder zal blijven gaan met het uiten van de eerder geuite beschuldigingen aan het adres van de Belastingdienst, individuele ambtenaren van de Belastingdienst en de advocaat van de Staat c.s. In die uitingen en correspondentie vergelijkt de man de Nederlandse overheid met het Duitse naziregime en de maffia. Hij legde bewust een eerder vonnis van de voorzieningenrechter naast zich neer.
Prijsuitreiking met camera
De laatste stap van de man was een recente aankondiging dat hij, of iemand anders namens hem, met een camera enkele medewerkers van de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën op hun privéadres of hun werk wil bezoeken voor de prijsuitreiking. De man verklaarde ter zitting dat hij beschikt over de adressen van verschillende ambtenaren en dat hij al eens eerder een envelop bij een daarvan in de brievenbus heeft gedaan.
Belangenafweging
De voorzieningenrechter maakt een belangenafweging tussen de botsende grondrechten en oordeelt dat het belang van de ambtenaren gelet op alle omstandigheden zwaarder weegt dan het belang van de gefrustreerde belastingbetaler. ‘Het is gelet op de gehele voorgeschiedenis immers zeer aannemelijk dat een dergelijk bezoek voor de betreffende ambtenaren uitermate belastend, intimiderend en bedreigend is. Het op deze wijze thuis dan wel op hun werk bezoeken van individuele ambtenaren van de Belastingdienst gaat veel te ver, omdat deze acties niet meer in verhouding staan tot een daarmee gemoeid belang van vrijheid van meningsuiting. [Gedaagde] heeft ter zitting desgevraagd erkend door wraakzucht te worden gedreven. De voorgenomen plannen vormen dan ook een ontoelaatbare inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.’
Geen lijfsdwang, wel dwangsom
Het gevorderde contactverbod wordt toegewezen. De primair gevorderde lijfsdwang is in dit geval naar het oordeel van de rechter op zichzelf gerechtvaardigd, maar gelet op het feit dat van lijfsdwang niet de beoogde afschrikwekkende werking uitgaat, waardoor lijfsdwang als sanctie op overtreding van het op te leggen contactverbod naar verwachting haar doel voorbij schiet, zal overeenkomstig de subsidiaire vordering van de ambtenaren toch een dwangsom worden opgelegd.