In het Belastingplan voor 2020 wordt aangekondigd dat de zelfstandigenaftrek vanaf volgend jaar wordt verminderd. Mr. Barbara Rijskamp pleit voor vervanging van het urencriterium door een inkomenscriterium en mist aandacht voor de MKB-winstvrijstelling.
Het plan van het kabinet is om dit voordeel -ook voor zzp’ers- de komende tien jaar terug te brengen van 7.280 euro naar 5.000 euro. Het is nog onzeker of de versobering van de zelfstandigenaftrek daadwerkelijk gaat plaatsvinden. Zo laat ZZP Nederland weten de mogelijke beperking te beschouwen als een signaal van anti-ondernemers sentimenten in de politiek. In december wordt pas echt duidelijk wat er gaat gebeuren als het Belastingplan definitief wordt aangenomen.
Urencriterium zelfstandigenaftrek is al probleem sinds 1983
De zelfstandigenaftrek is al sinds de invoering in 1983 een zorgenkind. Waarom? Omdat heel moeilijk controleerbaar is of aan het urencriterium wordt voldaan. Ik ken de hele geschiedenis van de zelfstandigenaftrek, omdat het mijn afstudeeropdracht was in het jaar 2000. Wist u bijvoorbeeld dat de zelfstandigenaftrek in de jaren negentig is verhoogd vanwege de komst van de euro en kassasystemen hierop aangepast moesten worden? Maar dat een winkel die slechts in het weekend open is, hier niets aan heeft, omdat deze ondernemer niet in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek? Dit vanwege datzelfde urencriterium.
Urencriterium vervangen door inkomenscriterium?
In mijn afstudeerwerkstuk pleitte ik niet voor afschaffing van de zelfstandigenaftrek, maar wel voor afschaffing van het urencriterium. Zo vind ik het niet terecht dat ondernemers die bijvoorbeeld 1.000 uur werkzaam zijn in hun bedrijf (dus minder dan 1.225 uur) helemaal geen recht hebben op de zelfstandigenaftrek, terwijl zij misschien wel afhankelijk zijn van dit inkomen. Denk bijvoorbeeld aan mantelzorgers, verzorgers van kinderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikten die wellicht niet altijd kunnen voldoen aan het urencriterium. Bovendien vergt het urencriterium een administratie dat naar mijn idee niet past bij kleine zelfstandigen waarvoor de zelfstandigenaftrek nu juist bedoeld is. En wat dacht u van de hybride ondernemer: iemand die gedeeltelijk in loondienst is en gedeeltelijk een eigen onderneming drijft?
Beter zou naar mijn idee zijn een inkomenscriterium te hanteren door:
- afbouw van de zelfstandigenaftrek op basis van inkomen uit andere bronnen;
- aftoppen van de zelfstandigenaftrek boven een bepaald winstinkomen.
Het grote voordeel van een inkomenscriterium in plaats van een urencriterium is dat de aangiften op het punt van de zelfstandigenaftrek geautomatiseerd afgedaan kunnen worden! Wat zal dat een administratieve lastenverlichting geven! Als de politiek deze keuze durft te maken, dan hoeft de zelfstandigenaftrek misschien helemaal niet afgebouwd te worden. Bovendien komt de zelfstandigenaftrek dan terecht bij de groep die deze aftrek het hardst nodig heeft: de zelfstandigen met een inkomen tot ca. € 20.000 die hiervan moet leven. Op deze manier blijven deze ondernemers buiten de bijstand en kunnen pijnloos naar een dienstbetrekking overstappen (indien mogelijk), als het urencriterium is afgeschaft.
MKB-winstvrijstelling
In de gehele discussie mis ik de aandacht voor de MKB-winstvrijstelling. Dat dit voor grote winstgenieters (boven de circa € 60.000) meer belastingvoordeel oplevert dan de zelfstandigenaftrek (€ 7.280), is duidelijk: 14% van de winst na zelfstandigenaftrek is vrijgesteld. Bij invoering van de MKB-winstvrijstelling in 2007 bedroeg deze 10% en gold ook nog het urencriterium. Deze laatste eis is in een later jaar komen te vervallen.
De invoering van de MKB-winstvrijstelling had te maken met het verlagen van het vennootschapsbelastingtarief waar IB-ondernemers niet voor in aanmerking kwamen. Nu in 2020 opnieuw het vennootschapsbelastingtarief wordt verlaagd (van 19% naar 16,5%) is het vreemd dat niet gelijktijdig de MKB-winstvrijstelling wordt verhoogd.
Laat de fiscale gevolgen doorrekenen
Wat ik met dit hele verhaal wil zeggen, is dit: hoe de belastingwijzigingen uitpakken voor de individuele ondernemer, zal voor iedereen anders zijn. Zo heb ik onlangs voor een eenmanszaak een belastingberekening gemaakt voor 2019, 2020 en 2021 en een vergelijking gemaakt met een mogelijke omzetting naar de BV. Uit deze berekening viel op te maken dat omzetting naar een BV met terugwerkende kracht tot 1 januari voor dit jaar al positief uitpakt! Dus ondanks de ‘oude’ zelfstandigenaftrek kan deze ondernemer beter kiezen voor de BV-vorm.
Mr. Barbara Rijskamp is zelfstandig belastingadviseur bij Rijskamp Fiscaal.