Dat schrijft staatssecretaris Snel van Financiën in antwoord op Kamervragen over het pakket Belastingplan 2020 inzake inkomensbeleid.
De tabellen in bijlage II bij de nota tonen de bruto-netto-trajecten van werknemers, ondernemers voor de inkomstenbelasting (IB-ondernemers) en directeur-grootaandeelhouders (dga’s) voor de jaren 2019, 2020, 2021 en 2028. In deze tabellen zijn ook werkgeverslasten en het lage-inkomensvoordeel opgenomen.
In de tabellen wordt zichtbaar dat zowel werknemers, IB-ondernemers als de dga profiteren van de invoering van het tweeschijvenstelsel, de verhoging van de algemene heffingskorting en de verhoging van de arbeidskorting.
Minder inkomensverschil
Daarnaast blijkt dat op termijn het verschil in netto-inkomen tussen de IB-ondernemer enerzijds en de werknemer en dga anderzijds wordt verkleind. Dit wordt vooral zichtbaar bij de vergelijking waar de werknemer twee keer modaal verdient.
Vergelijking zzp’er en werknemer
Gevraagd wordt naar een vergelijking tussen een zelfstandige zonder personeel (zzp’er) die werkt tegen het minimumtarief van € 16 en een werknemer op minimumloon met bijbehorende werkgeverslasten.
Een zzp’er met een uurtarief van € 16 die 46 weken per jaar werkt, daarvan 67% van de uren declarabel is en wiens kosten 15% van de omzet bedragen, heeft een winst van minder dan € 17.000. Als deze zzp’er recht heeft op de zelfstandigenaftrek leidt dit ertoe dat per saldo geen inkomstenbelasting en premie voor de volksverzekeringen verschuldigd zijn.
Een werknemer met het minimumloon betaalt in 2020 ongeveer € 1750 aan inkomstenbelasting en premie voor de volksverzekeringen. De werkgeverslasten (inclusief reservering loondoorbetaling bij ziekte en lage inkomensvoordeel) bedragen circa € 3700.
Marginale toptarief
In het voorbeeld dat de staatssecretaris tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen heeft beschreven, wordt het marginale toptarief vergeleken voor drie groepen belastingplichtigen, namelijk de werknemer, de IB-ondernemer en de dga.
Het structurele marginale toptarief voor IB-ondernemers wordt 44,31% en voor werknemers 49,50%. Het structurele marginale toptarief voor aanmerkelijkbelanghouders voor winsten tot € 200.000 wordt 37,87% en voor winsten boven € 200.000 42,76%.
De tabellen bruto-netto-trajecten tonen onder meer het effect van de verlaging van de zelfstandigenaftrek op het netto-inkomen van werknemers, IB-ondernemers en dga’s.
Minder verschil belastingdruk
Het uitgangspunt van het kabinet is dat de fiscale behandeling van de rechtsvorm zo veel mogelijk een vergelijkbare belastingdruk tot gevolg heeft zodat de keuze van de rechtsvorm van een onderneming zo min mogelijk van fiscale factoren afhangt. Dit betekent volgens het kabinet dat de gemiddelde effectieve belastingdruk ten aanzien van werknemers, IB-ondernemers en dga’s niet te veel van elkaar verschilt.
Naast dat de belastingdruk op de laatstverdiende euro relevant is bij het beoordelen van de fiscale gevolgen van een bepaalde rechtsvorm is dus met name ook de gemiddelde belasting- en premiedruk van belang.
In het interdepartementaal beleidsonderzoek Zelfstandigen zonder personeel (IBOZZP) is aanbevolen om het verschil in gemiddelde belasting- en premiedruk tussen de werknemer, de dga en de IB-ondernemer te verkleinen. De maatregelen opgenomen in het pakket Belastingplan 2020 in combinatie met het pakket Belastingplan 2019 waarin de aanpassingen van het box 2-tarief zijn opgenomen – inclusief het pakket heroverweging vestigingsklimaat– dragen hieraan bij.
Zo komt door dit pakket aan maatregelen de gemiddelde belastingen premiedruk van IB-ondernemers dichter bij de gemiddelde belasting- en premiedruk van werknemers en dga’s te liggen vanwege de verlagingen van de zelfstandigenaftrek. Hierdoor wordt de fiscale factor in het maken van een keuze in ondernemingsvorm minder relevant.
Wel blijft de gemiddelde belasting- en premiedruk van de IB-ondernemer (en bij hogere inkomens ook de gemiddelde belasting- en premiedruk van de dga) ruim onder die van de werknemer liggen.
Nota n.a.v. verslag Belastingplan 2020
Inkomensbeleid 2020 – tweeschijvenstelsel, heffingskorting, arbeidskorting