Ongeveer een derde van de varkenshouders, melkveehouders en akkerbouwers kan beter in een BV dan in een maatschap of eenmanszaak ondernemen. Dat blijkt uit een analyse van Flynth voor vakblad Boerderij op basis van fiscale winsten van de afgelopen drie jaren.
Overstappen
Uit de cijfers komt naar voren dat ongeveer 40% van de varkenshouders met een eenmansbedrijf of maatschap/vennootschap onder firma (VOF) een BV zou kunnen overwegen. Voor melkveehouders is dat circa 30%, voor akkerbouwers 37%. Bij alle agrarische sectoren gemiddeld is het percentage ongeveer 35%. Aan de andere kant kan zo’n 40% van de varkenshouders en 20% van de melkveehouders beter uit de BV gaan en terug naar een eenmansbedrijf of maatschap/VOF. Over alle sectoren heen is het ook ongeveer 20%.
Weinig prioriteit
De vraag of de huidige rechtsvorm wel de goede was had jarenlang niet zoveel prioriteit, ziet fiscalist Wolter-Jan Kistemaker van Flynth. ‘Dat komt onder andere doordat melkveehouders door afschrijvingen van onder andere het melkquotum de fiscale winst flink konden drukken.’ Het accountantskantoor heeft daarom nu een stroomschema opgesteld waarmee agrarische ondernemers kunnen bepalen welke rechtsvorm het beste bij een bepaalde situatie past.
Bron: Boerderij