
Flynth deed de administratie, waaronder de aangiften omzetbelasting, voor een akkerbouwer. Zo ook voor het eerste kwartaal van 2019. Daarbij is een fors deel van de behaalde omzet ten onrechte niet verwerkt, zodat de omzet uitkwam op € 186.686 in plaats van de eigenlijk behaalde € 495.837,25. Het ontbrekende deel van de omzet is bij de aangifte over het tweede kwartaal alsnog opgevoerd, weliswaar zonder suppletieformulier. De akkerbouwer was niet bekend met de manier waarop de omzet was verwerkt.
Omzetdaling niet gehaald
De omissie krijgt een vervelend staartje als de coronacrisis toeslaat en de akkerbouwer een beroep wil doen op de TVL-subsidieregeling voor het eerste kwartaal van 2021. Daarvoor moet de omzetdaling minimaal 30% zijn ten opzichte van twee jaar eerder. De boer heeft dan inmiddels een andere belastingadviseur in de arm genomen en die constateert de gemaakte fout. Een verzoek om clementie bij de RVO heeft geen kans, want de TVL-aanvraag was in eerste instantie al te laat ingediend.
De akkerbouwer krijgt wel TVL over andere kwartalen. Hij stelt Flynth aansprakelijk voor het mislopen van de subsidie voor het eerste kwartaal van 2021.
Eenvoudige fout
De rechter komt tot de conclusie dat Flynth de zorgplicht heeft geschonden door niet de juiste omzet te berekenen voor de aangifte. “De gemaakte fout betrof een eenvoudige en vermijdbare (reken- of optel)fout. Deze fout is vervolgens niet nadien rechtgezet door het indienen van een suppletie.” Flynth betoogt dat het gebruikelijk is voor een belastingadviseur om de niet-verwerkte omzet alsnog te verwerken in het daaropvolgende kwartaal, maar daar is de rechter het niet mee eens. Bovendien is de akkerbouwer niet op de hoogte gebracht.
Er is bovendien een causaal verband tussen de fout en het mislopen van de TVL, vindt de rechter. Als de fout niet zou zijn gemaakt, zou de subsidie zijn toegekend. Flynth heeft niet kunnen aantonen dat in dat geval de aanvraag ook te laat zou zijn gedaan.
Onvoorzienbare schade
Maar de schade kan niet aan Flynth worden toegerekend, is de conclusie. Op het moment van de fout had Flynth namelijk niet kunnen voorzien dat er een pandemie zou volgen die tot diverse steunregelingen zou leiden waarbij de bewuste aangifte omzetbelasting een rol zou spelen. Anders waren er wel maatregelen getroffen, zo betoogt Flynth met succes bij de rechter. Er is sprake van onvoorzienbare schade, zo luidt het eindoordeel.