Staatssecretaris Snel (Financiën) ziet vooralsnog geen reden om het beroep van belastingadviseur wettelijk te beschermen. Hij laat de deur echter wel op een kier staan, blijkt uit zijn nota naar aanleiding van het verslag over de belastingmaatregelen voor 2020.
De VVD-fractie had Snel gevraagd of het geen tijd wordt om het beroep van belastingadviseur wettelijk te beschermen en wilde weten welke voor- en nadelen het kabinet daaraan ziet. De staatssecretaris ziet nog geen noodzaak voor een wettelijke bescherming. ‘Tot nog toe is er geen roep uit de samenleving of de belastingadviespraktijk om het beroep van belastingadviseur wettelijk te regelen. Een wettelijke bescherming voor belastingadviseurs roept ook veel vragen op. Bijvoorbeeld over het afbakeningsprobleem: wie dient er onder de groep van belastingadviseurs te vallen en wat wordt precies verstaan onder het beroep van belastingadviseur?’ Er zijn ook banken en verzekeraars die in het kader van hun dienstverlening fiscaal advies en fiscale voorlichting geven, aldus Snel.
Discussie over maatschappelijke verantwoordelijkheid
Wel wil hij de discussie over de fiscale dimensie van maatschappelijke verantwoordelijkheid stimuleren. De bewustwording daarover is door de Panama Papers al wel op gang gekomen, stelt hij. ‘De beroepsgroep zou bijvoorbeeld met een tax governance code aan die maatschappelijke verantwoordelijkheid gestalte kunnen geven. In dit kader kan ook de vraag aan de orde komen of wettelijke regulering van het beroep van belastingadviseur nuttig is. Met betrekking tot deze discussie wordt op 30 januari 2020 een seminar georganiseerd. Het is gepast de uitkomst van deze discussie af te wachten en prematuur om eventuele wettelijke maatregelen te overwegen.’