Accon avm is de fout ingegaan door een klant niet te wijzen op de fiscale gevolgen van een structuurwijziging binnen de onderneming, een grootschalig melkveebedrijf. De rechtbank Gelderland oordeelt dat er sprake is van een beroepsfout waarvoor het accountantskantoor aansprakelijk kan worden gehouden. De verdediging van Accon dat het de eigen schuld van de klant was gaat wat de rechtbank betreft niet op. Iedere verdere beslissing (over de hoogte van het schadebedrag) wordt aangehouden in afwachting van een deskundigenbericht.
Uitspraak: ECLI:NL:RBGEL:2019:5833
Roemeens melkveebedrijf
De klant, de CV Agrar Garbova, treedt op als houdster- en financieringsmaatschappij van vier in Roemenië gevestigde dochterondernemingen die daar een grootschalig melkveebedrijf exploiteren. Accon verzorgde vanaf 2008 tot en met het tweede kartaal 2013 de samenstelling van de jaarrekening en deed de btw-aangiften voor Agrar Garbova. Per 1 juni 2013 heeft Agrar Garbova de samenwerking met Accon beëindigd. Vanaf het derde kwartaal 2013 worden de samenstelling van de jaarrekening en de btw-aangiften van Agrar Garbova verzorgd door Maatwerk B.V.
Structuurwijziging
In 2011 zijn structuurwijzigingen doorgevoerd: na onenigheid trad de oprichter uit en vanaf 1 september 2011 worden de Roemeense dochterondernemingen (operationeel en beleidsmatig) aangestuurd door de oprichter via zijn beheermaatschappij. Voor (onder andere) deze werkzaamheden brengt de beheermaatschappij vanaf 1 september 2011 een managementfee in rekening bij Agrar Garbova.
Belastingdienst niet akkoord
In 2014 vroeg de Belastingdienst aan Agrar Garbova om toelichting over het feit dat Agrar Garbova per 28 maart 2008 bij de Belastingdienst staat beschreven als een belastingplichtig ondernemer voor de omzetbelasting, terwijl over de jaren 2008 tot en met 2012 geen omzet was aangegeven en toch btw is teruggevorderd door middel van vooraftrek. Agrar Garbova benaderde daarop een adviesbureau om haar belangen te behartigen in het geschil met de Belastingdienst. Het adviesbureau vroeg informatie op bij Accon en concludeerde dat het standpunt van de Belastingdienst juist is.
Aansprakelijkstelling Accon avm
In 2014 stelde Agrar Garbova Accon vervolgens aansprakelijk voor de schade als gevolg van het niet in overeenstemming zijn van de btw-aangiften met de structuur, omdat Agrar Garbova geen belaste handelingen verrichtte en Accon naliet Agrar Garbova te wijzen op de noodzaak van het plegen van doorbelastingen aan haar Roemeense dochterondernemingen van de kosten voor de door haar verrichte (management)diensten. Volgens Agrar Garbova bestaat de schade uit de door de Belastingdienst op te leggen naheffingen, boetes en adviseurskosten die zijn gemaakt ter beperking van de schade. Na onderhandelingen met de Belastingdienst, waarvan Agrar Garbova Accon ook op de hoogte hield, is de naheffing geschikt op een bedrag van € 48.329,00, dat Agrar Garbova aan de Belastingdienst voldeed. Ondanks verzoeken van Agrar Garbova daartoe betaalde Accon het bedrag en door Agrar Garbova geclaimde adviseurskosten echter niet aan Agrar Garbova.
Vordering bij rechtbank
Agrar Garbova vorderde vervolgens bij de rechtbank Gelderland – op grond van wanprestatie dan wel onrechtmatig handelen – veroordeling van Accon tot betaling van een schadevergoeding bestaande uit € 48.329,00 aan belastingschade en € 32.348,00 aan vergoeding van gemaakte adviseurskosten ter beperking van de schade en tot betaling van € 3.566,32 aan buitengerechtelijke kosten, een en ander vermeerderd met rente en kosten.
Accon: eigen schuld
Accon meende echter dat haar geen verwijt kan worden gemaakt. Het accountantskantoor betoogt dat de Belastingdienst een naheffing heeft opgelegd omdat Agrar Garbova voor 1 september 2011 kosten heeft gemaakt die zien op het verstrekken van geldleningen, een vrijgestelde prestatie, en Agrar Garbova in de persoon van de oprichter ondanks een waarschuwing weigerde om na 1 september 2011 de managementvergoeding door te belasten aan de Roemeense dochterondernemingen (eigen schuld). Accon voerde bovendien aan dat aan haar niet de opdracht was verstrekt tot het geven van advies over de organisatiestructuur. Ook betwistte de accountant de aanwezigheid van schade en de beweerde omvang van de schade, waarbij zij wijst op het ontbreken van causaliteit. Mocht zij wel aansprakelijk zijn dan dient volgens Accon bij de schadeberekening rekening te worden gehouden met het door Agrar Garbova genoten voordeel, te weten ontvangen btw-gelden. Daarbij beroept Accon zich ook op een schadebeperkingsbeding in haar algemene voorwaarden.
Omvang opdracht Accon
De partijen verschilden van mening over de omvang van de overeenkomst van opdracht. Volgens de stellingen van beide partijen was het hoofddoel van Accon het doen van de boekhouding: het opstellen van de jaarrekening en het doen van aangifte omzetbelasting en vennootschapsbelasting. De enkele stelling van Agrar Garbova dat de opdracht ruimer was dan dat en ook het geven van belastingadvies omvatte, is gelet op de gemotiveerde betwisting van Accon onvoldoende, oordeelt de rechtbank Gelderland. Dat Accon op haar website adverteert met de mededeling dat zij ook (fiscaal) belastingadvies geeft, zoals Agrar Garbova betoogt, maakt dit niet anders omdat niet is gebleken dat Agrar Garbova Accon hiertoe ook daadwerkelijk de opdracht heeft gegeven. Het komt dan ook niet vast te staan dat Accon op grond van de overeenkomst van opdracht gehouden was Agrar Garbova te adviseren over de wijze waarop zij haar onderneming zo fiscaal gunstig mogelijk zou moeten inrichten.
Beroepsfout?
Dan resteert de vraag of Accon uit hoofde van haar taak als accountant gehouden was Agrar Garbova te informeren over een fiscaal gunstige structuur en of zij, door dit niet te doen, een beroepsfout heeft gemaakt, spreekt de rechtbank uit. Bij beoordeling van die vraag maakt de rechtbank onderscheid tussen de periode vóór 1 september 2011 en de periode daarna, te weten het moment waarop Agrar Garbova een managementovereenkomst sloot met de beheermaatschappij voor (onder andere) de aansturing van de Roemeense dochterondernemingen en de oprichter facturen (met btw) bij Agrar Garbova in rekening bracht. Omdat de aansturing van de Roemeense dochterondernemingen vóór 1 september 2011 vanuit de Duitse holding van de oprichter gebeurde (een onderneming die rechtstreeks factureerde aan de Roemeense dochterondernemingen), er (nog) geen sprake was van een btw belaste dienst en dit volgens de prospectus aan de investeerders ook bewust zo is gedaan, heeft Accon vóór 1 september 2011 naar het oordeel van de rechtbank geen beroepsfout gemaakt.
Wel beroepsfout Accon na 1 september 2011
Dit is anders voor de periode ná 1 september 2011, spreekt de rechtbank uit. Vanaf het moment dat Agrar Garbova de onderneming van de oprichter inschakelt om (onder andere) het management van de Roemeense dochterondernemingen te verzorgen, ontstond immers de mogelijkheid om een met btw belaste prestatie (inbreng arbeid) te verrichten voor de Roemeense dochterondernemingen mits de kosten zouden worden doorbelast. Hierover had Accon Agrar Garbova moeten adviseren, vindt de rechtbank. Door dat niet te doen is vanaf 1 september 2011 sprake van een beroepsfout aan de zijde van Accon die voortduurt tot het moment dat Maatwerk het doen van de btw-aangiften van Accon heeft overgenomen op 1 juni 2013.