Het optimaliseren van het systeem van erf- en schenkbelasting gaat de fiscus nog eens € 10 miljoen extra kosten – en langer duren – dan was voorzien. Staatssecretarissen Vijlbrief en Van Huffelen van Financiën schrijven dat in een brief aan de Tweede Kamer. De totale kosten worden nu geschat op € 38,3 miljoen.
In 2017 ontstonden er problemen in de uitvoering van de schenk- en erfbelasting als gevolg van het niet tijdig opleveren van het ICT-systeem Klantoptimalisatie Schenk- en erfbelasting (KOS) en het niet verder onderhouden en doorontwikkelen van de oude ICT-omgeving. In september 2017 werd de prognose van de kosten al bijgesteld van € 8,2 miljoen, de kosten volgens de oorspronkelijke business case uit 2014, naar € 28,7 miljoen. De afronding van het project werd toen voorzien voor 1 oktober 2021. ‘Hierbij werd al geconstateerd dat er ten opzichte van de inschatting in 2014 en de herijking van de integrale planning van het ICT-project in 2017 een fors grotere investering moest worden gedaan om de complexiteit van zowel de schenk- als de erfbelasting in te bouwen in het ICT-systeem.’
Nieuw plan: duurder en later klaar
Diverse maatregelen hebben ervoor gezorgd dat het project beter controleerbaar werd. ‘Dit blijkt uit de constatering dat al meer dan een jaar tot en met nu nagenoeg alle afgesproken ICT-functionaliteiten, conform de aangepaste planning van de business case, tijdig worden gerealiseerd’, schrijven de bewindslieden. ‘In de periode 2014-2019 lag de focus op technische vervanging. Hierbij is ook aandacht geweest voor verbeteringen in de processen, waarbij een groot aantal belangrijke procesverbeteringen tot en met 2019 nog niet is gerealiseerd.’ Die zijn nu opgenomen in een nieuw plan dat loopt van 2020 tot halverwege 2022. ‘Op basis van deze grondige herbeoordeling is een nieuwe business case opgesteld. Deze gaat uit van meerjarige actueel geschatte kosten van € 38,3 miljoen en een actueel geschatte einddatum van 1 juli 2022.’ Die einddatum is dus alweer 9 maanden opgeschoven.
Twee plateaus
Die nieuwe business case voorziet in het bouwen van extra functionaliteiten. De kosten ervan zijn verdeeld in twee zogeheten plateaus. Het eerste plateau betreft ontwikkelingen die voortvloeien uit ‘modernisering van ICT-voortbrenging en het IV-landschap die nodig zijn om ook de uitvoeringsprocessen van de schenk- en erfbelasting te continueren’. Die moeten volgens de planning dit jaar klaar zijn. Plateau 2 bevat procesverbeteringen zodat het proces beter aansluit bij de missie en visie van de Belastingdienst, ‘zoals het proactief en in de actualiteit werken’. ‘Hiermee wordt bereikt dat burgers toezicht en aandacht krijgen die zij verdienen én dat de kwaliteit van dienstverlening wordt verbeterd naar de huidige maatstaven.’ Onderdeel van die verbeteringen is het automatiseren van het uitnodigingenproces. ‘Hierdoor wordt de kans op het maken van (menselijke) fouten verminderd, worden burgers vaker in één keer goed geholpen en verloopt het proces binnen de Belastingdienst efficiënter. Om plateau 2 te realiseren is het van groot belang om de basis en plateau 1 gerealiseerd te hebben.’
Jaarlijkse besparing
De aanpassingen moeten opleveren dat de fiscus van een handmatig proces naar een geautomatiseerd ondersteund proces gaat, met een eenvoudiger aangifteproces voor burgers, betrouwbaarder uitnodigen en betrouwbaarder en sneller aanslagen opleggen. Bovendien kunnen door de procesoptimalisatie de personeelskosten omlaag, schrijven de staatssecretarissen. ‘Daarmee overtreffen de verwachte baten nog steeds de in de business case opgenomen projectkosten. Dit levert een jaarlijkse besparing op van ongeveer € 2,8 miljoen.’ De hogere uitgaven van de herijkte business case worden binnen de capaciteit en begroting van de Belastingdienst opgevangen. ‘Eind 2020 zal er een laatste herijking van deze business case plaatsvinden.’
Doel ontbreekt vaak
Van Huffelen en Vijlbrief hebben tegelijk een pittig rapport van het Bureau ICT-toetsing (BIT) aan het parlement gestuurd. Dat onderzocht hoe de Belastingdienst de modernisering van de IT oppakt. ‘Het BIT heeft een stevige conclusie afgegeven’, stellen de bewindslieden ook zelf. De investeringen zijn te weinig gericht op rendement doordat de sturing van de Belastingdienst op het realiseren van een beter applicatielandschap onvoldoende is, de selectie van investeringen tekortschiet en goede kosten-batenafwegingen bij technologiekeuzes ontbreken, aldus het rapport. Het BIT adviseert kritisch te kijken naar projecten en ze alleen voort te zetten als ze bijdragen aan een concreet doel. Want daar schort het vaak aan: 60% van het budget wordt niet besteed aan een concreet meetbaar doel, stellen de onderzoekers vast.
______________________________________________________________________