Flexwerkers die als gevolg van de coronacrisis een substantieel inkomensverlies hebben geleden, kunnen naar verwachting vanaf 22 juni bij UWV een aanvraag doen voor de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA). Critici twijfelen of zij hier wel bij geholpen zijn.
Voorwaarden gepubliceerd
In een Kamerbrief van donderdag 3 juni schrijft minister Koolmees dat de TOFA zal worden ingevoerd. Op 22 juni aanstaande zal het aanvraagloket (UWV) gedurende een periode van drie weken worden opengesteld, althans daar wordt naar gestreefd. UWV werkt aan het inrichten en testen van het aanvraag- en uitkeringsproces. De voorwaarden voor de regeling zijn vandaag al gepubliceerd. De voorwaarden voor de regeling zijn vandaag al gepubliceerd. De TOFA is bedoeld als vangnet voor mensen die vanwege de coronacrisis een forse terugval hebben in hun inkomen, geen aanspraak kunnen maken op WW, bijstand, of een andere socialezekerheidsregeling, en een tegemoetkoming nodig hebben als bijdrage in de kosten van hun levensonderhoud. De Tweede Kamer verzocht om een oplossing voor deze groep.
550 euro
De regeling van de TOFA is weliswaar nog niet gepubliceerd in de Staatscourant, maar de hoofdlijnen zijn inmiddels wel bekendgemaakt:
- de tegemoetkoming bedraagt € 550 bruto per maand, over de maanden maart, april en mei 2020
- het drempelsalaris om in aanmerking te kunnen komen, bedraagt € 400 bruto waarbij de maand februari 2020 als referentiemaand wordt gehanteerd
- werknemers die in april 2020 meer verdienden dan € 550 bruto komen niet in aanmerking voor de TOFA. Waarschijnlijk zullen als aanvullende voorwaarden worden gesteld dat
- in de maand april 2020 ten opzichte van de maand februari 2020 ten minste 50% inkomstenverlies moet hebben plaatsgevonden en
- de aanvrager geen aanspraak heeft gemaakt op een andere inkomensvoorziening, zoals de bijstand.
Flexwerkers
In Nederland werkten in 2019 ruim 800.000 flexwerkers. 545.000 van hen werkten als oproep- of invalkracht en 266.000 als uitzendkracht. De meeste flexwerkers (57%) hebben na ontslag recht op WW. Van de overige 43% procent zal ook een groot deel recht hebben op WW, bijvoorbeeld omdat zij meer dan zes maanden onafgebroken werken bij dezelfde werkgever, of daarvoor bij een andere werkgever hebben gewerkt. Naar schatting komt maximaal één derde van de werknemers met een oproep- of uitzendcontract niet in aanmerking voor WW. Meer dan de helft (53%) daarvan zijn thuiswonende kinderen. Negen procent is student. Van de overige 38% heeft ongeveer een derde een huishoudinkomen van meer dan twee keer modaal.
Tussen wal en schip?
De vraag is of flexkrachten met de TOFA geholpen zijn. De TOFA geldt immers alleen voor de maanden maart, april en mei 2020. Voor de maand juni en de aankomende maanden is er vooralsnog geen regeling voor de flexwerkers, terwijl deze maanden voor bijvoorbeeld studenten en seizoenwerkers doorgaans juist de maanden zijn waarin veel wordt gewerkt. Daarnaast is inmiddels bekend dat de NOW in aangepaste vorm zal worden verlengd. Een verlaging van de ontslagboete is één van de aanpassingen ten opzichte van de NOW 1.0, zodat het voor werkgevers financieel minder nadelig wordt om tot ontslag over te gaan. Bovendien is gebleken dat onder de NOW 1.0 juist de flexwerkers op straat kwamen te staan. De verwachting is dan ook dat onder de NOW 2.0 nog meer flexkrachten zullen worden ontslagen. De FNV heeft afgelopen weekend opgeroepen de duur van de WW te verlengen gelijk aan de periode waarin overige noodpakketten worden ontvangen. In het licht van deze omstandigheden is het dan ook maar zeer de vraag of flexkrachten met de TOFA voldoende worden geholpen en niet meer tussen wal en schip raken.
bron: www.rijksoverheid.nl