In het Belastingplan 2021 staat dat de bpm voor 2021 licht stijgt. Door een wijziging in de bpm-procedure bestaat het risico dat er straks btw over bpm betaald moet worden, vreest branchevereniging BOVAG.
Doorlopende post
Op dit moment wordt de hoogte van de bpm vastgesteld bij de kentekenregistratie en daarna definitief vastgesteld en afgedragen bij de tennaamstelling. Het definitieve bedrag wordt vervolgens als een zogeheten ‘doorlopende post’ betaald door de dealer, die het daarna btw-vrij kan doorberekenen aan de koper van de auto.
Importeur draagt bpm af
Die situatie gaat veranderen. Straks wordt de bpm al definitief vastgesteld bij de eerste registratie. Doel is de Belastingdienst werk te besparen. Volgens de BOVAG gaat de nieuwe procedure echter voor een probleem zorgen. Niet alleen voor importeurs – die straks al bpm moeten afdragen bij registratie, wat een extra financiële last is – maar ook voor klanten. Want het lijkt erop dat er straks btw betaald moet worden over de afgedragen bpm.
Auto’s duurder
Momenteel liggen de bpm-afdracht en de levering van een nieuwe auto aan een klant heel dicht bij elkaar. De Belastingdienst ziet de bpm-betaling als een bedrag dat de dealer namens de klant voldoet (doorlopende post). En daarover hoeft geen btw betaald te worden. Maar als de bpm reeds bij registratie afgedragen moet worden door de importeur, dan is er geen sprake meer van een doorlopende post. De bpm hoort dan min of meer bij het totaalbedrag dat voor de auto betaald moet worden en daarover wordt btw geheven. Iets wat een gemiddelde benzineauto zo’n 1000 euro duurder zal maken, aldus de BOVAG, en een dieselauto zelfs 2000 euro duurder.
In overleg
Volgens het Belastingplan 2021 gaat de aanpassing van het bpm-moment in per 1 juli 2021 of 1 januari 2022. De BOVAG gaat voor die tijd in gesprek met de Belastingdienst en het ministerie van Financiën over het onbedoelde effect van de nieuwe bpm-procedure. De autobelasting in Nederland is al een van de hoogste in Europa, aldus de organisatie.
Verkoop 20% gedaald
In augustus werden in Nederland 21,5 procent nieuwe personenauto’s geregistreerd dan in augustus 2019. Uit de officiële cijfers van BOVAG, RAI Verenging en RDC blijkt dat over de eerste acht maanden van 2020 de registraties een kwart achterlopen op dezelfde periode vorig jaar. Als gevolg van de coronacrisis vertoont de autoverkoop in Nederland een grillig verloop. Na dalingen van meer dan 50 procent in april en mei en bijna 40 procent in juni, steeg het aantal nieuwe auto’s in juli door een inhaalslag in afleveringen nog met 4 procent. Augustus eindigt echter weer in mineur, waardoor het totaal van de personenautoregistraties in 2020 tot nu toe 219.129 bedraagt.
Occasions
Tegelijk is de verkoop van occasions spectaculair gestegen. In juli verkochten autobedrijven 17,1 procent meer tweedehands auto’s dan in juli 2019. Ze verkochten in augustus 106.000 occasions , 1,9 procent meer dan in dezelfde maand vorig jaar. Na de forse coronadip in het voorjaar en het krachtige herstel in juni en juli staat de teller na acht maanden in 2020 op 860.170 afgeleverde tweedehands personenauto’s, oftewel 2.000 stuks meer dan een jaar eerder.