Een ondernemer die onder andere als belastingconsulent actief is geweest wordt van beleggingsfraude verdacht. De man zou voormalige klanten hebben gevraagd te investeren in vastgoed, maar stak het geld in eigen zak. Op die manier zou hij in totaal ruim 7,2 miljoen euro hebben verdiend.
Duits vastgoed
De zaak werd deze week behandeld bij de rechtbank in Amsterdam. De verdachte deed zich volgens het OM met zijn bedrijf, prospectussen, websites, en brochures als bonafide partij voor. Via het uitgeven van (obligatie)leningen werd geld binnengehaald. Daarmee zouden oude panden in Duitsland worden aangekocht, gerenoveerd en vervolgens met winst worden verkocht of verhuurd. Van de verkoopprijs en verhuuropbrengsten zou de inleg en beloofde rente worden terugbetaald. De verdachte zou de aankoop vanuit zijn bedrijf niet zelf doen, maar dit laten doen via bedrijven in Duitsland. Volgens het OM is een groot deel van het geld niet geïnvesteerd, maar door de verdachte gebruikt om financiële gaten binnen zijn bedrijf en privé te dichten.
Fraudemeldpunt en Tros Opgelicht
Aanleiding voor het onderzoek waren diverse meldingen bij het fraudemeldpunt van de FIOD en een oproep van het televisieprogramma Tros Opgelicht, waarna vele gedupeerden aangifte deden van oplichting en/of verduistering door de verdachte en zijn bedrijf. Uit de aangiftes van de gedupeerden komt het beeld naar voren dat de man een vertrouwensrelatie met hen had, gebaseerd op het feit dat hij in het verleden actief was als verzekeringsadviseur en belastingconsulent vanuit zijn toenmalige eenmanszaak.
Celstraf en schadevergoeding geëist
Voor zover kon worden nagegaan zijn 107 mensen slachtoffer geworden van deze grootschalige oplichting. De gedupeerden blijven zitten met tonnen of tienduizenden euro’s schade en gevoelens van schaamte. Uitgangspunt van het OM is dat deze schade aan de beleggers door verdachte moet worden vergoed. Ook werd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden en een beroepsverbod (aanbieder van beleggingsproducten) voor de duur van 5 jaar plus de duur van de opgelegde gevangenisstraf gevraagd.
De rechtbank doet op 28 december uitspraak.