Een medewerker van de Belastingdienst diende twee keer een valse belastingaangifte in. Hij voerde giften van in totaal 4000 euro op aan de Islamitische Universiteit. Deze bleek hij niet te hebben gedaan. Bij de rechter vocht hij zijn ontslag aan.
Valse giften
De man werkte sinds 2004 bij het ministerie van Financiën, laatstelijk als medewerker administratie bij de Belastingdienst/Centrale Administratieve Processen/Klantbeheer. Hij kwam in beeld van de FIOD toen er een onderzoek werd gestart naar een administratiekantoor dat opzettelijk valse IB-aangiftes zou hebben gedaan. Uit dat onderzoek bleek dat de medewerker één van de mensen was die met vermoedelijk vervalste kwitanties op naam van de Islamitische Universiteit Europa ‘giften’ als aftrekpost had opgegeven. Het leidde tot valse IB-aangiften met als doel minder belasting te betalen.
Ontslag
In 2017 kreeg de medewerker van de fiscus een naheffingsaanslag opgelegd plus een vergrijpboete van 75%. Er was vastgesteld dat hij 4.000 euro aan giften had opgevoerd die hij niet kon verantwoorden. Ook had hij ten onrechte 483 euro aan zorgkosten opgevoerd. Een paar maanden later werd de werkgever van de man geïnformeerd, waarna de medewerker eerst geschorst werd en, na intern onderzoek, onvoorwaardelijk ontslag kreeg. Ook werd hem de toegang tot gebouwen van de Belastingdienst ontzegd.
Ambtenarenrecht
De medewerker vond de disciplinaire maatregelen buitenproportioneel en genomen op basis van onvoldoende intern onderzoek. Maar de rechter vond de maatregelen gerechtvaardigd. Volgens vaste rechtspraak gelden in het ambtenarenrecht niet de strikte bewijsregels die in het strafrecht van toepassing zijn. Voor de constatering van plichtsverzuim dat tot disciplinaire bestraffing aanleiding kan geven, is voldoende dat op basis van de beschikbare, deugdelijk vastgestelde gegevens de overtuiging is verkregen dat de ambtenaar zich aan de hem verweten gedragingen heeft schuldig gemaakt.
‘Contant betaald’
De medewerker verklaarde dat hij de donaties contact had gegeven aan de Islamitische Universiteit. De rechter stelde dat hij in dat geval zelf aannemelijk had moeten maken dat hij dit daadwerkelijk gedaan had. Aan de kwitanties die de man van de giften had hechtte de rechtbank geen waarde. In het strafrechtelijk onderzoek was geconstateerd dat donatiekwitanties van de IUE tussen 2011 en 2014 valselijk zijn opgemaakt, in ieder geval de kwitanties van die de € 500,- te boven gingen. De penningmeester van de IUE heeft verklaard dat hij op grote schaal kwitanties heeft afgegeven waarbij sprake was van kwitanties die werden gekocht voor 10 tot 12 percent van het op de kwitantie vermelde geldbedrag en dat slechts in een aantal gevallen bij donaties van € 300,- tot € 500,- het werkelijke bedrag van de kwitantie was betaald.
Terecht ontslagen
De rechtbank oordeelde dat de man tweemaal een onjuiste belastingaangifte inkomstenbelasting had gedaan door daarop in strijd met de waarheid en met gebruikmaking van valse kwitanties donaties als aftrekpost op te geven. Hierdoor was te weinig inkomstenbelasting geheven. Door zijn handelen had hij geld dat bestemd was voor het algemeen belang ten goede laten komen aan zichzelf. Het disciplinaire maatregelen die de Belastingdienst de medewerker had opgelegd en zijn ontslag waren terecht.
Lees hier de uitspraak.