De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan in een zaak waarin de aftrek van betaalde hypotheekrente na echtscheiding voor de inkomstenbelasting in box 1 in geschil was. De Hoge Raad oordeelt dat een belastingplichtige de hypotheekrente niet kan aftrekken als hij geen mede-eigenaar van de woning is. Het Hof sprak eerder uit dat dat juist wel kan en dat daarvoor niet van belang is of de man mede-eigenaar was van de woning.
Echtscheiding
De belastingplichtige in de rechtszaak was tot 21 november 2014 buiten iedere gemeenschap van goederen gehuwd met zijn vrouw. De echtgenoten woonden in een woning die juridisch in eigendom toebehoorde aan de vrouw. De man had zich per 1 december 2013 uitgeschreven van het adres van die woning. De vrouw bleef op dat adres wonen. Op de woning rustte een hypotheek. De man en de vrouw waren ieder volledig aansprakelijk voor de betaling van de hypotheekrente.
Aftrek hypotheekrente
De man heeft in 2013 de volledige hypotheekrente betaald en heeft het betaalde bedrag in aftrek gebracht in zijn aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2013. De man en de vrouw hadden voor dat jaar niet gekozen voor voljaarspartnerschap. De fiscus heeft de aftrek van de hypotheekrente voor de maand december 2013 bij de man niet geaccepteerd. Vervolgens was in geschil of de Belastingdienst voor die aftrek terecht als voorwaarde stelt dat de man voor een deel de eigendom van de woning heeft.
Advies advocaat-generaal (AG)
De AG heeft de Hoge Raad geadviseerd aan te sluiten bij de tekst van de wet. Die bepaalt dat een belastingplichtige (ten minste) een deel van de eigendom (juridisch of economisch) van de woning moet bezitten om die woning voor hem als ‘eigen woning’ te kunnen beschouwen. Dat geldt volgens de AG dus ook bij toepassing van de echtscheidingsregeling.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelt in overeenstemming met het advies van de A-G. Dit betekent dat een belastingplichtige die vanwege een (voorgenomen) echtscheiding de echtelijke woning heeft verlaten terwijl zijn ex-partner daar is blijven wonen, geen recht heeft op aftrek van hypotheekrente voor die woning indien hij niet een deel van de eigendom van die woning bezit. Een uitzondering geldt alleen voor het jaar dat de partners uit elkaar zijn gegaan, als de belastingplichtige samen met de ex-partner heeft gekozen voor voljaarspartnerschap.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof en verwijst de zaak naar een ander gerechtshof om opnieuw te worden behandeld. Dat andere gerechtshof moet onder meer nog de vraag beantwoorden of de man in 2013 economisch wel (mede)eigenaar was van de woning. Als dat het geval was, zou hij, net als bij juridische mede-eigendom, wel recht hebben op aftrek van de betaalde hypotheekrente.