
Een e-mail die een accountant stuurde was geen erkenning van aansprakelijkheid voor een veronderstelde beroepsfout rondom de (turbo)liquidatie van een taxibedrijf, oordeelt de rechtbank Gelderland. Ook heeft de klagende aandeelhouder van het taxibedrijf onvoldoende feiten gesteld om een fout van de betrokken accountant aan te nemen.
Vorderingen weggestreept
Een taxibedrijf had vorderingen uit een rekening-courantverhouding op twee van de drie aandeelhouders van respectievelijk € 18.025,00 en € 12.060,00. Na het overlijden van een van de twee bestuurders werd het taxibedrijf in 2018 opgeheven via (turbo)liquidatie. De rekeningcourantposities waren door de accountant op verzoek van de aandeelhouders op 0 gezet. Op verzoek van de erfgenamen van de overleden aandeelhouder heropende de rechtbank echter de vereffening van het vermogen van het taxibedrijf. De accountant die de vorderingen in de jaarrekeningen van het taxibedrijf had opgenomen liet een van de aandeelhouders in een e-mail op 28 juni 2019 weten dat als er schade zou zijn door een tekortkoming van hemzelf, hij daarvoor aansprakelijk is en de schade zou vergoeden.
Vordering alsnog voldoen
De aandeelhouder werd in een tweede vonnis dit jaar veroordeeld om alsnog € 20.947,24 aan het taxibedrijf te betalen. De overweging van de rechtbank Gelderland daarbij:
“4.2. [statutair bestuurder taxibedrijf] en [eiseres] hebben niet betwist dat er zij een rekening-courantverhouding hadden met [naam taxibedrijf] . Zij erkennen dat zij uit hoofde daarvan eind 2016 respectievelijk € 12.060,00 en € 18.025,00 aan [naam taxibedrijf] verschuldigd waren. [statutair bestuurder taxibedrijf] c.s. stelt dat deze schulden op enig later moment “zijn weggestreept” of “op nul zijn gezet”. Hoe de schulden concreet zijn gedelgd is echter niet onderbouwd. Niet gepreciseerd is of de schulden zijn afbetaald, verrekend of kwijtgescholden. [statutair bestuurder taxibedrijf] c.s. heeft, ook desgevraagd ter zitting, niet kunnen concretiseren wanneer, hoe, om welke reden en op grond van welke titel het “op nul zetten” van de rekening-courantschulden zou hebben plaatsgevonden. Dit had wel van hen verwacht mogen worden, temeer nu zij daarover eerder wisselend hebben verklaard richting [statutair bestuurder taxibedrijf] c.s., onder meer als verweer in de verzoekschriftprocedure met zaaknummer 349701 HA RK 19-47, het verzoek tot heropening van de vereffening van [naam taxibedrijf] . [statutair bestuurder taxibedrijf] c.s. heeft daarbij verschillende schriftelijke verklaringen van [naam statutair bestuurder gedaagde] over het “op nul zetten” van de rekening-courantschuld overgelegd, die met elkaar in tegenspraak waren. Gelet op deze eerdere inconsistenties en het gebrek aan een verdere onderbouwing kan niet worden aangenomen dat de schulden zijn afgelost of anderszins zijn gedelgd, zodat de rekening-courantschulden worden geacht nog onverminderd aanwezig te zijn. Nu op zichzelf de terugbetalingsplicht en opeisbaarheid van (mogelijk nog openstaande) rekening-courantschulden verder niet zijn betwist is de vordering van [naam taxibedrijf] in zoverre toewijsbaar.”
Er werd geen hoger beroep tegen het vonnis aangetekend en de aandeelhouder betaalde het bedrag waar hij toe veroordeeld was.
Aandeelhouder klaagt accountant aan
Wel klaagde hij daarna het accountantskantoor van de accountant aan. De rechtbank dient te beoordelen of de accountant onvoorwaardelijk de aansprakelijkheid heeft erkend voor een veronderstelde fout die zij heeft gemaakt rondom de (turbo)liquidatie van het taxibedrijf. De rechtbank volgt het standpunt van de aandeelhouder niet dat een zodanige erkenning besloten ligt in de e-mail die de accountant namens het kantoor op 28 juni 2019 aan de aandeelhouder heeft verzonden. Deze e-mail bevat immers uitdrukkelijk het voorbehoud dat de accountant alleen aansprakelijkheid erkent indien sprake is van een tekortkoming van de accountant. In deze e-mail erkent de accountant niet dat zij jegens de aandeelhouder is tekortgeschoten. De omstandigheid dat de accountant de advocaatkosten van de aandeelhouder voor haar rekening heeft genomen ten behoeve van de verzoekschriftprocedure maakt dit niet anders. Als onweersproken neemt de rechtbank aan dat de accountant deze kosten voor haar rekening heeft genomen uit loyaliteit en niet vanwege enige erkenning van aansprakelijkheid.
Tekortkoming accountant?
Gelet op de inhoud van de e-mail van 28 juni 2019 dient de rechtbank ook nog de vraag te beantwoorden of sprake is van een tekortkoming van de accountant. Als sprake is van een tekortkoming, dan zou de aandeelhouder mogelijk rechten kunnen ontlenen aan de toezegging van de accountant. De rechtbank stelt hierbij voorop dat uit de hoofdregel van artikel 150 Rv volgt dat de aandeelhouder voldoende feiten moet stellen dat sprake is van enige tekortkoming van de accountant.
De rechtbank is van oordeel dat de aandeelhouder niet heeft voldaan aan de op haar rustende stelplicht. De aandeelhouder heeft onvoldoende gesteld om een tekortkoming aan de zijde van de accountant te kunnen aannemen. In de dagvaarding is enkel gesteld dat de accountant de rekeningcourantverhouding tussen de aandeelhouder en het taxibedrijf op nul heeft gezet, terwijl daarvoor geen grondslag bestond. De aandeelhouder heeft niet gepreciseerd welk verwijt in dit verband aan de accountant kan worden gemaakt. Ook tijdens de mondelinge behandeling heeft de aandeelhouder daartoe niets gesteld. Dit had wel van de aandeelhouder verwacht mogen worden gezien de inhoud van de conclusie van antwoord van de accountant, waarin gemotiveerd wordt betwist dat sprake is van een door haar gemaakte fout. Bovendien heeft de accountant tijdens de mondelinge behandeling onweersproken verklaard op welke wijze zij gevolg heeft gegeven aan de instructie van de aandeelhouders van het taxibedrijf om de rekeningcourantverhouding tussen de aandeelhouder en het taxibedrijf op nul te zetten. De accountant heeft de vordering van het taxibedrijf op de aandeelhouder afgewaardeerd door deze via de overige reserves weg te boeken. Aangezien de aandeelhouder niet heeft gesteld dat deze handelwijze van de accountant foutief, onjuist of verboden is, kan de rechtbank geen tekortkoming vaststellen van de accountant.
Van enige tekortkoming van de accountant is niet gebleken. De vorderingen van de aandeelhouder zal de rechtbank dan ook afwijzen.