Staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit) is bereid om in de Tweede Kamer met een vertrouwelijke briefing in te gaan op de fiscale behandeling van Uber. Daarover waren Kamervragen gesteld nadat bleek dat voormalig eurocommissaris Neelie Kroes vanaf 2015 stevig had gelobbyd voor de taxi-appdienst. Premier Rutte, die ook vragen kreeg, heeft daar geen oordeel over.
Kroes was tot 2014 eurocommissaris, maar had daarna nog te maken met een zogeheten afkoelperiode waarin ze zich niet met dergelijke activiteiten mocht bezighouden. Bovendien bleek uit uitgelekte documenten dat niet alleen Kroes zich inzette om het Uber wat makkelijker te maken. Ook hoge ambtenaren zouden de regels hebben geschonden om Uber te bevoordelen, onder meer door het lekken van informatie.
Van Rij laat de Kamer nu weten dat de Belastingdienst met een onderzoek bezig is. Hij vindt dat de kwestie zoveel stof heeft doen opwaaien, dat het in dit geval gepast is om in een vertrouwelijke briefing de Eerste en Tweede Kamer in te lichten over de uitkomsten van het onderzoek. Normaal gesproken worden geen uitspraken gedaan over individuele zaken.
Knuffelbaar
Ook premier Rutte kreeg Kamervragen op zijn bord over de zaak. Kamerleden Marijnissen en Leijten (SP) hadden vragen gesteld over de contacten die hij heeft gehad met Uber. Volgens eerder uitgelekte documenten zou hij hebben aangegeven dat Uber als agressief wordt gezien. ‘Verander de manier waarop mensen naar Uber kijken door de positieve punten te benadrukken’, adviseerde hij de taxidienst. ‘Dan lijk je knuffelbaar.’
In zijn antwoorden houdt Rutte zich op de vlakte. Hij wist sinds mei 2016 van de rol van Kroes als lid van de adviesraad van Uber. Ruttes toenmalig raadadviseur had sinds 2014 regelmatig gesprekken met een lobbyist van Uber en met Kroes als ‘special envoy’ voor belangenorganisatie StartUpDelta. ‘Het doel en functie van deze gesprekken is het onderhouden van de relatie en het aanhoren van eventuele aandachtspunten. Dit behoort tot de verantwoordelijkheid van de raadadviseur die economie en bedrijfsleven in het takenpakket heeft. Een dreiging van Uber over een vertrek van het hoofdkantoor is mij niet bekend.’
Functionele gesprekken
De premier heeft in 2016 twee keer gesproken met Uber-baas Travis Kalanick en in 2018 en 2019 drie keer met diens opvolger Khosrowshahi. Waar spraken zij over? ‘Een toelichting vanuit Uber over de actualiteiten bij het bedrijf en hoe Uber een positief effect kan hebben op maatschappelijke thema’s als verkeer en arbeidsmarktontwikkeling, de locatie van het internationale hoofdkantoor in Amsterdam’, geeft Rutte onder meer weer. Hij vindt niet dat hij daarmee de indruk heeft gewekt dat het kabinet makkelijk te beïnvloeden is door bedrijven: ‘De gesprekken die ik als lid van het kabinet voer zijn functionele gesprekken. Het ministerie van Algemene Zaken en ik hebben een rol in het onderhouden van contacten met het bedrijfsleven en in het aantrekken van buitenlandse investeringen en werkgelegenheid in het belang van de Nederlandse economie en werkgelegenheid. In dergelijke gesprekken staat het een bedrijf vrij om zijn aandachtspunten kenbaar te maken.’ Toen hij begin 2016 met Kalanick sprak, wist hij van een lopend onderzoek naar criminele activiteiten door de Uber-CEO. Maar iedereen is onschuldig totdat het tegendeel bewezen is, verweert Rutte zich.
‘Naar mijn beste weten niet benaderd’
Een oordeel over Kroes’ opstelling heeft Rutte niet. Of zij de integriteitsregels heeft geschonden door in 2015 en 2016 te lobbyen voor Uber, is aan de Europese Commissie te bepalen, houdt de premier zich op de vlakte. Dat Kroes belde met bewindslieden en topambtenaren om een inval bij Uber te laten stoppen, is Rutte niet bekend – voor zover hij weet. ‘Naar mijn beste weten ben ik hier niet over benaderd en was ik ook niet op de hoogte van mogelijke telefoontjes zo die gepleegd zijn.’
De Kamer komt vooralsnog niet te weten wanneer en hoe Rutte is geïnformeerd over Uber, diens vestiging en diens wensen aangaande beleid: ‘Een soortgelijke vraag is ook aan andere ministeries gesteld. Momenteel vindt hiernaar een inventarisatie plaats. Zodra deze is afgerond wordt de Kamer hierover geïnformeerd.’ De minister-president weet ook niet meer of Uber tijdens de ministerraad ooit is besproken. Daarom is een ‘zoekslag’ gedaan in de besluitenlijsten van de ministerraad en die heeft geen resultaten opgeleverd.