Zeer vermogenden die periodiek minimaal een kwart miljoen schenken aan een eigen goededoelenstichting of ANBI, weten daarmee in 20% van de gevallen hun inkomen voor de belasting tot nul te reduceren, schrijft staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit) aan de Tweede Kamer.
Mensen met meer dan een miljoen op de bank doen in 66% van de gevallen giften aan een eigen ANBI; bij mensen die een vermogen hebben van meer dan € 25 miljoen gaat zeker 94% van de giften naar een zelf opgerichte ANBI. In 2019 werden er 141 periodieke giften gedaan van meer dan € 250.000, tegen over een kleine 120.000 giften van onder de € 1.000. Maar het aantal zeer hoge giften is wel gegroeid. Bij een op de vijf zeer hoge periodieke giften (meer dan een kwart miljoen) werd in 2019 het verzamelinkomen van de gever tot nul gereduceerd. ‘Daarbij dient opgemerkt te worden dat ook bij de overige 81% het verzamelinkomen aanzienlijk verlaagd wordt’, aldus de staatssecretaris in een brief waarin hij op diverse vragen over het belastingplan ingaat.
Aftrek blijft van belang
De giftenaftrek wordt volgend jaar beperkt tot giften van maximaal € 250.000. Afschaffing van de giftenaftrek is voor Van Rij niet aan de orde: ‘Het kabinet hecht aan de giftenaftrek gelet op het grote maatschappelijk draagvlak voor deze regeling. De giftenaftrek is van groot belang voor het stimuleren en ondersteunen van ANBI’s en bij periodieke giften ook verenigingen.’ Van het totaal aan aangegeven giften in 2019 was 45% een periodieke gift en 55% een overige gift. Op de overige giften is een drempel van 1% (of € 60) en een maximum van 10% van het verzamelinkomen van toepassing. Na toepassing daarvan was 57% van de € 1,4 miljard aan aftrekbare giften een periodieke gift en 43% een overige gift. De verschillen in het gebruik van de regeling zijn naar inkomensgroepen relatief beperkt: over de gehele linie gebruikt 10-11% van de burgers de giftenaftrek, met uitzondering van personen met een inkomen onder € 20.000 (circa 6%). Personen met de hoogste inkomens gebruiken relatief iets vaker de giftenaftrek (11-12%).
Gebruikelijk loon
Van Rij gaat ook in op de afschaffing van de doelmatigheidsmarge bij de vaststelling van het gebruikelijk loon voor dga’s. ‘Als gevolg van de voorgestelde maatregel zal naar verwachting het bedrag aan gebruikelijk loon toenemen met € 2,6 miljard. Hierdoor zal de belastbare winst van de vennootschappen dalen met hetzelfde bedrag. De vennootschapsbelasting zal dalen met € 0,5 miljard. De winst na belastingen zal dus dalen met € 2,1 miljard. Overigens houdt de dga circa de helft van het gebruikelijk loon over als extra netto inkomen. Het staat de dga vrij dit bedrag weer te investeren in de onderneming. Het bedrag dat niet meer beschikbaar is voor investeringen beperkt zich dus in principe tot € 0,8 miljard.’
Mkb-lasten structureel half miljard lager
De lasten voor het mkb gaan met ingang van komend jaar met een half miljard per jaar omlaag. Grootste effect heeft de verlaging van de premie voor het arbeidsongeschiktheidsfond: dat scheelt op jaarbasis € 230 miljoen en vanaf 2024 € 301 miljoen. De verruiming van de werkkostenregeling scheelt € 49 miljoen, het verhogen van de energie- en milieu-investeringsaftrek nog eens € 150 miljoen. Het gedifferentieerde box 2-tarief levert volgend jaar € 70 miljoen op, maar de jaren erna is het effect juist een lastenverzwaring van een miljoen. Vanaf 2028 zijn de mkb-lasten € 599 miljoen lager; de Aof-premie dat dan nog eens extra omlaag. Met betrekking tot de werkkostenregeling meldt Van Rij dat ongeveer 3 procent van de werkgevers de vrije ruimte overschrijdt.
Onbelast werken dure grap
Vanuit de Kamer was de optie aangedragen om werknemers vier uur per week extra onbelast te laten werken. Maar dat ziet Van Rij niet zitten: ‘Dat is een zeer kostbare maatregel. Zelfs als slechts 1 miljoen van de circa 7 miljoen werknemers hier gebruik van zouden maken, kost dat al snel enkele miljarden. Bovendien zou de maatregel zeer waarschijnlijk tot oneigenlijk gebruik leiden door het aantal contracturen neerwaarts bij te stellen dan wel via andere weg belast loon om te zetten in onbelast loon. Dit zou een dergelijke maatregel ook complex en lastig handhaafbaar maken.’
Loonsverhoging is gepast bij bedrijven die hun winstgevendheid op peil houden, herhaalt de staatssecretaris eerdere oproepen. ‘Er is echter ook een groep bedrijven die het niet lukt om de kostenstijging door te berekenen, zo hebben energie-intensieve bedrijven hier moeite mee. Van deze bedrijven staat de winstgevendheid onder druk en er is dus weinig ruimte voor een verdere verhoging van de lonen. Voor de medewerkers van deze bedrijven is de WKR verruimd. Ook als er op dit moment slechts beperkt ruimte is voor loonsverhoging kunnen bedrijven hun medewerkers op deze manier tegemoet komen.’
FOR
De afschaffing van de fiscale oudedagsreserve is ingegeven door het feit dat de fiscale faciliteit vaak het doel mist, schrijft de staatssecretaris: ‘De oudedagsreserve wordt in ongeveer de helft van de gevallen uiteindelijk niet aangewend voor een oudedagsvoorziening en heeft daardoor vaak alleen het effect van belastinguitstel.‘ In de nieuwe pensioensetting krijgen ook zelfstandigen bij wijze van experiment toegang tot pensioenfondsen, waarmee de FOR niet meer nodig is, aldus Van Rij. Een alternatief in de vorm van een aftrek voor bedragen die worden gestort als derdepijlerpensioen in de aangifte over 2023 komt er wat hem betreft niet.’ Naar het oordeel van het kabinet zijn er voor ondernemers ook ingeval de oudedagsreserve wordt uitgefaseerd voldoende mogelijkheden om voor hun oude dag te sparen.’