Staatssecretaris Van Rij van Fiscaliteit heeft vragen beantwoord over het inkomensbeleid in het pakket Belastingplan 2023. Hij gaat daarbij onder meer in op de marginale en gemiddelde druk:
De verlaging van het tarief van de eerste schijf van box 1 met 0,14%-punt is onderdeel van een gewogen totaalpakket aan koopkrachtmaatregelen in het Belastingplan 2023. Met dit pakket worden verschillende doelen nagestreefd: het dempen van de gevolgen van de gestegen energierekening en het meer lonend maken van werken. Om werken meer lonend te maken, is besloten de arbeidskorting structureel te verhogen met € 3,5 miljard en het tarief van de eerste schijf in box 1 structureel te verlagen voor € 600 miljoen. Dat betekent een tariefverlaging van 0,14%-punt in 2023. Deze maatregelen leiden voor een modaal inkomen tot een voordeel van ruim € 560.
Verzilverbare heffingskorting
Is het mogelijk om gerichte inkomensondersteuning te bieden zonder een hogere marginale druk te veroorzaken, bijvoorbeeld via een specifiek verzilverbare heffingskorting?
Er is altijd een afruil tussen gerichtheid en marginale druk. Als een tegemoetkoming wordt gericht op lage inkomens, leidt dit tot hogere marginale druk. Het recht wordt immers afgebouwd als het inkomen toeneemt. Het maakt voor de marginale druk geen verschil welke vorm de tegemoetkoming heeft. Als de uitkering wordt verstrekt via het belastingstelsel, zoals bij een uitkeerbare/verzilverbare heffingskorting het geval is, leidt dat niet tot een andere marginale druk dan bij een uitkering via bijvoorbeeld toeslagen.
Keuze voor (meer uren) werk
Het kabinet vindt dat gaan werken en meer uren werken moet lonen, omdat het vergroten van de arbeidsparticipatie een belangrijke beleidsdoelstelling is. De staatssecretaris gaat nader in op de factoren die bepalen of (meer uren) werken loont: de marginale en gemiddelde belastingdruk.
De focus in deze brief ligt op de directe financiële gevolgen van de keuze van arbeidsdeelname. De keuze voor (meer uren) werk heeft echter bredere effecten. Denk bijvoorbeeld aan de sociale contacten die iemand opdoet, de pensioenopbouw die bepalend is voor hoeveel pensioenuitkering iemand later krijgt, de hoogte en duur van de uitkering bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid en de gevolgen van arbeidsdeelname op de carrièrekansen en economische zelfstandigheid van een werkende.
Marginale druk
De marginale druk geeft een indicatie van hoeveel het loont om méér te werken. Het geeft aan welk deel van extra inkomen niet in de eigen portemonnee terecht komt door de inkomstenbelasting en de afbouw van inkomensafhankelijke regelingen. Hoe lager de marginale druk hoe lonender het is om meer te gaan werken. Voor het merendeel van de werkenden ligt de marginale druk tussen de 40 en 70%. Zij houden dus 30 tot 60 cent over van een extra verdiende euro.
Verdeling marginale druk
Slechts 4% van de werkenden heeft een marginale druk boven de 70% heeft en 2% boven de 80%. Driekwart van de werkenden heeft een marginale druk tussen de 40 en 70%. En bij één op de vijf werkenden is de marginale druk ten hoogste 40%.
Meer uren werken
Bij de interpretatie van marginale drukcijfers gaat het niet alleen om het niveau. Het is ook belangrijk dat de marginale druk vooral laag is bij de groepen die meer uren kunnen werken (omdat ze nu in deeltijd werken) en dat zouden doen als werken hen meer oplevert. Uit onderzoek van het CPB blijkt dat de minstverdienende partner en alleenstaande ouders relatief sterk reageren op een lage marginale druk: zij vergroten hun uren werk dus relatief sterk als dit hen meer oplevert. Dit komt ook doordat minstverdienende partners en alleenstaande ouders vaak in deeltijd werken en dus meer uren zouden kunnen werken. Voor alleenstaanden zonder kinderen en de meestverdienende partner gaat dit minder op. Zij werken vaak al voltijds en kunnen dus niet meer uren werken. De hoogte van de marginale druk is dus minder relevant bij alleenstaanden zonder kinderen en de meestverdienende partner, dan voor alleenstaande ouders en de minstverdienende partner.
Alleenstaande ouders ontvangen relatief veel inkomensondersteuning als tegemoetkoming voor de kosten van huur, zorgpremie en kinderen om zo het risico op armoede te beperken. Een keerzijde van deze ondersteuning is dat door de inkomensafhankelijke afbouw de marginale druk voor deze groep relatief hoog ligt.
Tabel 1. Per huishoudtype aandeel werkenden in die groep met marginale druk hoger dan 60%, 2023
Huishoudtype | aandeel met marginale druk >60% |
Zonder kinderen | |
Alleenstaande | 17% |
Alleenverdiener (paar met een werkende) | 27% |
Meestverdienende partner | 8% |
Minstverdienende partner | 0% |
Met kinderen | |
Alleenstaande | 42% |
Alleenverdiener (paar met een werkende) | 45% |
Meestverdienende partner | 26% |
Minstverdienende partner | 2% |
Marginale en gemiddelde druk
Waar de marginale druk laat zien of meer werken lonend is, laat de gemiddelde druk zien hoe lonend werken in totaal is. Om te bepalen of werken lonend is zijn dus beide indicatoren van belang. Het gaat dus zowel om de vraag wat werken oplevert als om de vraag wat meer werken oplevert.
Gemiddelde druk voor werkend huishouden: 42%
De gemiddelde druk ligt gemiddeld voor werkende huishoudens op 42%. Dat betekent dat gemiddeld over elke euro inkomen 42 cent wordt afgedragen en de restende 58 cent voor het huishouden zelf is. De gemiddelde druk neemt toe met het inkomen. Dit laat de progressie van het belastingstelsel zien. Voor huishoudens met een inkomen tot 50.000 euro komt de gemiddelde druk dan ook lager uit op gemiddeld 37%.
Communicerende vaten
Dat de gemiddelde druk laag is waar de marginale druk hoog is, is de paradox in het huidige stelsel: de marginale en gemiddelde druk zijn hierin communicerende vaten. De inkomensondersteuning zorgt voor een lage gemiddelde druk, omdat hierdoor het verschil tussen het bruto-inkomen en het besteedbaar inkomen (inkomen na belastingen en toeslagen) kleiner is. Dit leidt tegelijkertijd tot een hogere marginale druk door de afbouw van de inkomensondersteuning. De afbouw is nodig om de inkomensondersteuning te richten op de huishoudens die dit nodig hebben. Omdat veel inkomensafhankelijke regelingen op hetzelfde traject afbouwen, is sprake van stapeling en dat geeft een opwaarts effect op de marginale druk.
Geen inkomensondersteuning
Voor huishoudens die, door hun financiële positie, geen inkomensondersteuning ontvangen, is de marginale druk juist laag. Zij hebben bij een inkomensstijging immers alleen te maken met de belastingheffing hierover maar niet met afbouw van inkomensondersteuning.
Meer uren werken kan lonend zijn
Het huidige stelsel is met een grote hoeveelheid aan regelingen en verschillende op- en afbouwtrajecten lastig te doorgronden. Waar veel mensen doordrongen zijn van de inkomensafhankelijkheid van toeslagen, zijn heffingskortingen als de algemene heffingskorting, arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting veel minder bekend. Mogelijk is het beeld van mensen te veel gekleurd door de inkomensafhankelijke afbouw van toeslagen. Zij veronderstellen daardoor te snel dat meer werken niet lonend is, terwijl er in werkelijkheid soms hogere heffingskortingen tegenover staan.
Gevolgen meer uren werk berekenen
Het is daarom belangrijk dat werkenden zich vooraf informeren over de gevolgen van de keuze voor meer uren werk. Dit pakt soms anders uit dan verwacht. Het invullen van bijvoorbeeld de WerkUrenBerekenaar en WerkZorgBerekenaar van het Nibud, WOMEN Inc. en Stichting Het Potentieel Pakken helpt door het totaalbeeld voor mensen inzichtelijk te maken en kan laten zien dat meer uren werken vaak meer loont dan wordt gedacht.
Verlagen marginale druk
Het stelsel van inkomensondersteuning vergt continue aandacht van het kabinet. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van de marginale druk. Het kabinet wil op de langere termijn opnieuw kijken naar het impactvol verlagen van de marginale druk. Dit is geen eenvoudige opgave is.
Door de zeer hoge inflatie was een omvangrijk maatregelenpakket noodzakelijk. Dit verlaagt de gemiddelde druk in 2023, maar verhoogt de marginale druk. Dit effect op de marginale druk is overigens deels tijdelijk, omdat dit samenhangt met incidentele maatregelen in 2023.
Gevolgen van meer werkuren
Het is van belang om de regelingen in samenhang te bezien zodat ongewenste effecten zoveel mogelijk worden voorkomen en hierbij ook de gevolgen voor de gemiddelde druk te bezien. In de tussentijd ligt ook een opgave bij werkgevers en werknemers om te zien waar het mogelijk is om het aantal werkuren te vergroten en om zich van tevoren een beeld te vormen van de gevolgen hiervan. Dit zorgt dat werkenden goed geïnformeerde keuzes maken, zodat ze meer te besteden hebben, meer economisch zelfstandig worden en waar ze later in hun levensloop profijt van hebben.
Antwoorden op Kamervragen uit wetgevingsoverleg Belastingplan 2023