Instellingen voor schuldhulpverlening en maatschappelijk werk met en zonder winstoogmerk blijven toch vrijgesteld van de btw, ondanks een uitspraak van de Hoge Raad die oordeelde dat de vrijstelling te ruim is geformuleerd en in strijd is met de wet. Het kabinet heeft dat nu met een beleidsbesluit gerepareerd.
Door de uitspraak zouden commerciële instellingen 21 procent btw verschuldigd worden, maar het kabinet wilde dat voorkomen. Per 20 april is daarom een beleidsbesluit in werking getreden waardoor ook sociale-culturele instellingen die winst beogen de vrijstelling mogen blijven toepassen.
Instellingen die leveringen en diensten van sociale en culturele aard aanbieden, hoeven in Nederland geen btw af te dragen als zij geen winst beogen. Sommige instellingen die onder deze vrijstelling vallen, mogen daarentegen wel winst behalen, zoals instellingen voor maatschappelijk werk en schuldhulpverlening. De Hoge Raad oordeelde anderhalve week terug dat de maatregel die ervoor zorgt dat bepaalde instellingen wel een winstoogmerk mogen hebben, niet juist is.
Mogelijk wetswijziging
Met het beleidsbesluit is de vrijstelling nu gewaarborgd. ‘Daarin is ook geregeld dat op het verleden niet wordt teruggekomen’, aldus Financiën. ‘Het kabinet gaat daarnaast kijken of de Wet op de omzetbelasting 1968 hierop aangepast moet worden. Het beleidsbesluit blijft van kracht tot er een permanente oplossing voor dit probleem is gevonden.’