Met ingang van 1 januari 2025 gaan meer passagiers van privévluchten vliegbelasting betalen. Het kabinet heeft vrijdag besloten om voor privéjets de gewichtsgrens voor de belastingheffing te verlagen. Door de aanpassing zal bij ruim 80 procent van de vluchten met privéjets vliegbelasting worden geheven.
Nu betalen de passagiers van 60 procent van de vluchten met privéjets nog vliegbelasting. Die belasting is in 2021 ingevoerd om de vervuiling en overlast die door vliegen wordt veroorzaakt beter te beprijzen. Op verzoek van de Tweede Kamer is gekeken naar drie mogelijke aanvullingen op de in januari van dit jaar verhoogde vliegbelasting, waaronder het toepassen van een lagere gewichtsgrens. ‘Dit blijkt te kunnen, waardoor meer passagiers van privéjets vliegbelasting gaan betalen. Naar verwachting stijgt het aantal vluchten van privéjets waarbij vliegbelasting door passagiers betaald moet worden hierdoor van 9960 (60 procent) naar 13.612 vluchten per jaar (82 procent).’
Met de nieuwe grens wordt aangesloten bij de gewichtsgrens die gehanteerd wordt in het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS). ‘Zo blijft de maatregel uitvoerbaar. De aanpassing heeft minimale gevolgen voor de luchthavens, doordat het aanpassen van de grens makkelijk te verwerken is in de systemen van luchthavens.’ De maatregel voor het aanpassen van de gewichtsgrens zal worden opgenomen in het Belastingplan 2025.
Transferpassagiers buiten schot
Er is ook gekeken naar de mogelijkheid om transferpassagiers te belasten en AirRail-passagiers vrij te stellen van de vliegbelasting. Maar daarbij gaven economische motieven de doorslag: ‘Het belasten van transferpassagiers heeft als voordelen een hogere belastingopbrengst en een lagere CO2-uitstoot. De nadelen zijn dat het zorgt voor een afname van intercontinentale verbindingen met Azië en Noord-Amerika vanuit Nederland doordat reizigers via andere Europese luchthavens gaan reizen. Dit kan de hubfunctie van Schiphol raken en economische gevolgen hebben. Het kabinet vindt het daarom onverstandig om op dit moment als enig lid van de Europese Unie een vliegbelasting voor transferpassagiers in te voeren.’ Een uitzondering maken voor AirRail-passagiers bleek slecht uitvoerbaar en moeilijk te handhaven.