Minister Van Gennip van SZW heeft Kamervragen beantwoord over een recente uitspraak van de Hoge Raad over het uitzendbeding en een nieuwe bepaling in de cao voor uitzendkrachten.
Wat zijn de implicaties van de de uitspraak van de Hoge Raad op 17 maart 2023?
Uitzendbureaus kunnen voor de duur van de eerste periode van het uitzendregime, de zogenoemde fase A, nu via cao 52 weken, een uitzendbeding in de arbeidsovereenkomst opnemen. Het uitzendbeding houdt in dat de uitzendovereenkomst eindigt, als de inlenende onderneming de opdracht (tussentijds) beëindigt.
Fictieve opzegging niet toegestaan
In de cao voor uitzendkrachten was opgenomen dat een ziekmelding van een uitzendkracht werd gezien als een beroep op het uitzendbeding en daarmee werd de uitzendovereenkomst automatisch beëindigd. Dit wordt een ‘fictieve opzegging’ genoemd. De uitspraak van de Hoge Raad ging over de vraag of deze cao-bepaling is toegestaan.
De Hoge Raad geeft aan dat het uitzendbeding ook bij ziekte van de uitzendkracht tot beëindiging van de uitzendovereenkomst kan leiden. Dat is niet in strijd met het ontslagverbod bij ziekte. Wel is in dat geval vereist dat de inlener daadwerkelijk een verzoek tot beëindiging doet.
De Hoge Raad heeft aangegeven dat de zogenoemde fictieve opzegging niet is toegestaan.
Extra handeling voor inlener en uitzendbureau
In de praktijk betekent dit vooral een extra handeling aan de kant van de inlener en de uitzendonderneming. Als een uitzendkracht ziek wordt, wordt de uitzendovereenkomst niet langer automatisch beëindigd, maar alleen ná een verzoek van de inlener.
Recht op loondoorbetaling bij ziekte
Als de uitzendovereenkomst niet wordt beëindigd, heeft de uitzendkracht recht op loondoorbetaling bij ziekte door de werkgever. Als de uitzendovereenkomst wel wordt beëindigd, kan er recht ontstaan op een Ziektewetuitkering.
Nieuwe bepaling in cao voor uitzendkrachten
Het bovenstaande gold tot 1 juli 2023 voor ABU en NBBU-leden. Vanaf dat moment geldt de nieuwe bepaling in de cao voor uitzendkrachten (ook wel de ABU-cao en de NBBU-cao), waarin staat dat de terbeschikkingstelling niet kan worden beëindigd wegens of tijdens ziekte. Bij een ziekmelding loopt de uitzendovereenkomst door tot de afgesproken einddatum (net zoals bij een reguliere arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd).
Bepaling sinds 1 juli 2023
In de cao voor uitzendkrachten, afgesloten door de ABU, FNV, CNV en de Unie (en gelijkluidende NBBU-cao) is een bepaling opgenomen die vanaf 1 juli 2023 geldt. In deze bepaling is opgenomen dat een uitzendovereenkomst die binnen één maand volgt op een eerdere uitzendovereenkomst bij dezelfde uitzendonderneming en dezelfde opdrachtgever, alleen kan worden aangegaan voor de minimale duur van vier weken.
Tot 1 juli 2023 gold deze bepaling alleen voor uitzendovereenkomsten waar geen uitzendbeding in was opgenomen.
De eerste uitzendovereenkomst kan een andere duur hebben dan vier weken. Maar de uitzendovereenkomst die hierop binnen één maand volgt, moet een minimale duur hebben van vier weken. Dit mag dus ook langer zijn.
Elke keer weer contracten van vier weken?
Klopt het dat er door het inroepen van het uitzendbeding elke keer weer opnieuw contracten van vier weken aangeboden kunnen worden, oplopend tot wel dertien contracten (gegeven de voorgenomen duur van 52 weken voor fase A)?
Dat klopt. Dit is binnen de huidige wetgeving al mogelijk. Voor de eerste periode van het uitzendregime (fase A) geldt het zogenoemde verlichte arbeidsrechtelijk regime. Hierbij kan het uitzendbureau, als dit is overeengekomen, een beroep doen op het uitzendbeding. Dan is de ketenbepaling niet van toepassing en kan een uitsluiting van de loondoorbetalingsverplichting worden overeengekomen.
Uitzondering op ketenbepaling
De uitzondering op de ketenbepaling maakt dat voor de duur van fase A een onbeperkt aantal tijdelijke contracten kunnen worden overeengekomen. Dit betekent dat ook contracten voor de duur van een dag of week overeen kunnen worden gekomen. In de cao voor uitzendkrachten is fase A vastgesteld op 52 gewerkte weken.
Minimale termijn van 4 weken
Overigens voorkomt de nieuwe minimale termijn van 4 weken juist ook dat er veelvuldig dag- en weekcontracten worden afgesloten. In die zin betekent deze nieuwe minimale termijn van 4 weken juist extra bescherming ten opzichte van de wettelijke regeling. Daarnaast zorgt deze minimale termijn ervoor dat het recht op loondoorbetaling bij ziekte niet voorkomen wordt door dag- en weekcontracten af te sluiten.
Fase A wettelijk naar 52 weken
In de huidige wetgeving kan de eerste periode van uitzend (fase A) bij cao worden verlengd naar 78 weken. Wettelijk is de termijn 26 weken. Met het wetsvoorstel ter regulering van de flexcontracten dat voor internetconsultatie is aangeboden, wordt fase A wettelijk vastgesteld op 52 weken.
Meer bescherming dan wettelijk geregeld
De cao voor uitzendkrachten heeft meer bescherming opgenomen ten opzichte van hetgeen wettelijk is geregeld voor de minimale duur van een opvolgend contract. Uitzendkrachten blijven gedurende hun dienstverband bij het uitzendbureau recht houden op vakantiedagen, vakantiegeld en ander betaald verlof. De wet en de cao voor uitzendkrachten bieden geen ruimte om aanspraken op vakantiedagen of verlof niet uit te betalen.
Arbeidsinspectie en gang naar rechter
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft enkele meldingen ontvangen over het niet uitbetalen van verloven of vakantiedagen waarvan de melder meent dat er mogelijk een relatie is met misbruik van het uitzendbeding. De Arbeidsinspectie constateert soms ook zelf tijdens haar onderzoeken dat verloven of vakantiedagen niet worden uitbetaald. Op het niet uitbetalen van verloven en vakantiedagen wordt door de Arbeidsinspectie op grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag gehandhaafd.
De Arbeidsinspectie is niet bevoegd om te onderzoeken of misbruik wordt gemaakt van het uitzendbeding. Als een uitzendkracht meent dat misbruik wordt gemaakt van het uitzendbeding, kan de uitzendkracht dit via de civiele rechter aankaarten.
De Nederlandse Arbeidsinspectie ontvangt meldingen over misbruik van het uitzendbeding, zoals dat contracten worden beëindigd, waaronder in het geval van zwangerschap. De Arbeidsinspectie kan op basis van de huidige Arbeidswetten niet handhaven op beëindiging van een contract door ziekte of zwangerschap. De betrokken medewerker kan een civielrechtelijke procedure starten tegen de werkgever.
Antwoorden op Kamervragen over uitspraak Hoge Raad over uitzendbeding
Hoge Raad: uitzendovereenkomst eindigt niet zonder meer bij ziekte