Een sporter was in 2015 professioneel mountainbiker en kreeg het met de fiscus aan de stok over de vraag of zijn mountainbike-activiteiten bij een Duits team kwalificeren als loon uit dienstbetrekking of resultaat uit overige werkzaamheid. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde onlangs over de vraag of er sprake was van een gezagsverhouding.
