
Een handelaar in dames- en herenkleding brengt zijn onderneming geruisloos in in een bv. De ondernemingswinst komt toe aan de bv. Deze winst telt volgens de rechtbank Zeeland-Wet-Brabant niet mee bij de berekening van de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang.
Een man handelt in dames- en herenkleding. De ondernemer heeft tot 1 januari 2012 een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. In maart 2013 richt de ondernemer een bv op. Als storting op de aan hem uit te reiken aandelen heeft de man de onderneming fiscaal geruisloos ingebracht. De inspecteur heeft bij beschikking vastgesteld dat de onderneming geruisloos is ingebracht.
De hoogte van de verkrijgingsprijs van de aandelen in de bv is niet bij beschikking vastgesteld. Volgens de akte van oprichting zijn bij de oprichting 1.920 aandelen geplaatst, met een waarde van €192.000. Bovendien wordt de onderneming geacht vanaf 1 januari 2012 voor rekening en risico van de bv te zijn gedreven.
In 2016 houdt de bv op te bestaan. In de aangifte IB/PVV voor het jaar 2016 heeft de ondernemer een verlies uit aanmerkelijk belang aangegeven van €192.000. De inspecteur wijkt van de aangifte af en stelt de winst uit aanmerkelijk belang vast op €81.340.
Uitspraak rechtbank
De ondernemer vindt dat hij, na een in 2016 uitgevoerde boekenonderzoek en de zware controle over de jaren 2012 en 2013, erop mocht vertrouwen dat de verkrijgingsprijs van € 192.000 na het uitgebreide onderzoek bij de bv was geaccepteerd.
De rechtbank is echter van mening dat de ondernemer niet mocht aannemen dat de hoogte van het gestorte kapitaal door de belastingadministratie bij het boekenonderzoek daadwerkelijk op zijn fiscale merites was beoordeeld. Het boekenonderzoek had betrekking op de vennootschapsbelasting en de omzetbelasting van de bv. De hoogte van het gestorte aandelenkapitaal van de bv is voor beide belastingen niet relevant. Er is dus geen sprake van een aangelegenheid die tot opmerkingen van de zijde van de met de controle belaste ambtenaren had moeten leiden, aldus de rechtbank.
Gerealiseerde winst komt toe aan de bv
Volgens de rechtbank heeft de inspecteur de verkrijgingsprijs van de aandelen terecht vastgesteld op negatief € 81.340. De rechtbank verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond en stelt vast dat de onderneming vanaf 1 januari 2012 geruisloos is ingebracht en voor rekening en risico door de bv wordt gedreven. De tussen 1 januari 2012 en de oprichtingsdatum met de onderneming gerealiseerde winst komt dan toe aan de bv en niet aan de ondernemer.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, ECLI:NL:RBZWB:2023:4859, BRE 19/5392