De Europese ministers van Sociale zaken zijn het eens geworden over strengere regels voor platformbedrijven als Uber en Deliveroo die werknemers beter gaan beschermen. Zo moeten gerobotiseerde beslissingen voortaan door een mens worden beoordeeld.
Vorige maand was er met een vertegenwoordiging van het Europees Parlement al een akkoord bereikt over platformwerk, dat werknemers betere arbeidsvoorwaarden moet brengen en het gebruik van algoritmen moet beteugelen. Nu hebben bijna alle EU-ministers voor de regels gestemd, alleen Frankrijk was tegen. Duitsland onthield zich van stemming.
Menselijke controle
Zo kan een Uber-chauffeur of Deliveroo-bezorger niet meer met een volledig geautomatiseerd appje de laan uit worden gestuurd. Algoritmen die worden gebruik in HR-activiteiten moeten transparanter worden, waarbij systemen door bevoegde mensen moeten worden gecontroleerd. Ook moeten medewerkers het recht hebben om protest aan te tekenen tegen een geautomatiseerd besluit.
Bewijslast ligt bij platform
Het is de eerste EU-wetgeving ooit die het gebruik van algoritmen op de werkplek reguleert en minimale eisen stelt aan de werkomstandigheden van de meer dan 28 miljoen platformwerkers, aldus de 27 ministers. Er is nog wel wat water bij de wijn gedaan met betrekking tot het vaststellen wat precies de status is van een platformwerknemer. Als er feiten zijn geconstateerd die duiden op een gezagsverhouding, zullen lidstaten aannemen dat er sprake is van werkgeverschap. Welke feiten dat zijn, moet in nationale wetgeving worden vastgelegd. De bewijslast komt bij het platformbedrijf te liggen: dat moet aan tonen dat er geen werkgever-werknemerrelatie is.
Werknemers inlichten over toezicht
Werknemers moeten volgens de nieuwe afspraak tijdig worden ingelicht over het gebruik van automatische surveillance en geautomatiseerde besluitvorming over hun aanstelling, hun werkomstandigheden en hun verdiensten. Met betrekking tot zaken als biometrische gegevens en emotionele gesteldheid is gerobotiseerde besluitvorming uit den boze. Geautomatiseerde besluiten moeten altijd door een mens worden gezien en beoordeeld.
Lidstaten krijgen nu twee jaar om de nieuwe richtlijnen in hun wetgeving te verwerken.