Staatssecretaris Van Rij van Fiscaliteit is in een Kamerbrief onlangs ingegaan op onderzoek naar de impact van thuiswerkregelingen met België en Duitsland voor grenswerkers:
Thuiswerkregelingen pakken vaak niet gunstig uit voor het netto-inkomen van grenswerkers die hybride werken, blijkt uit onderzoek. Dat wil echter niet zeggen dat een drempelregeling alleen nadelig is voor de grenswerker.
Hybride werken, waaronder thuiswerken, is steeds vaker de norm. Wanneer werknemers in een ander land werken dan waar hun werkgever is gevestigd, kunnen werknemer en werkgever worden geconfronteerd met fiscale belemmeringen.
Het kabinet hecht belang aan het fiscaal toegankelijk maken van hybride werken voor iedereen. In dat kader heeft het kabinet een onderzoek ingesteld naar de omvang van de inkomensgevolgen van hybride werken door grenswerkers met buurlanden België en Duitsland.
Effecten thuiswerkregelingen
Concreet omvat dit onderzoek, uitgevoerd door Ernst & Young Belastingadviseurs LLP een overzicht van de (inkomens)effecten van mogelijke thuiswerkregelingen in de bilaterale belastingverdragen met onze buurlanden.
Het doel van het onderzoek is om de effecten van mogelijke thuiswerkregelingen inzichtelijk te maken.
Het kabinet richt zich in eerste instantie op – naast een bilaterale regeling die duidelijkheid geeft over een vaste inrichting – de opname van een drempelregeling in bilaterale belastingverdragen gericht op grenswerkers die hybride werken.
Drempelregeling
Een drempelregeling maakt mogelijk dat een werknemer een maximaal aantal dagen in het woonland (bijvoorbeeld thuis) kan werken zonder dat dit gevolgen heeft voor het heffingsrecht over het inkomen. De afspraak, namelijk dat belastingheffing plaatsvindt in het land van de werkgever, blijft hierdoor onverminderd gelden.
Het onderzoek geeft antwoord op de vraag wat een grenswerker met een bepaald bruto-inkomen onder toepassing van diverse mogelijke drempelregelingen netto overhoudt. Daarmee wordt op inkomensniveau inzichtelijk of de verscheidene drempelregelingen al dan niet gunstiger zijn voor de grenswerker die hybride werkt ten opzichte van de situatie zonder drempelregeling.
Op dit moment heeft Nederland geen drempelregelingen opgenomen in de bilaterale belastingverdragen met België en Duitsland. Het onderzoek geeft ook inzicht in de werkgeverslasten (premies sociale zekerheid) en de administratieve lasten.
Relevante parameters
Voor de opzet van het onderzoek is relevant dat de bruto-netto berekeningen in een internationale context beïnvloed worden door een aantal voor grenswerkers specifieke omstandigheden. Het onderzoek houdt daarom rekening met diverse relevante parameters:
- inkomen;
- woonland;
- gezinssituatie;
- werkdagenallocatie;
- toepassing van de EU Kaderovereenkomst voor sociale zekerheid; en
- mogelijke thuiswerkregeling.
Onder 1 wordt rekening gehouden met drie inkomenscategorieën (€ 25.000, € 50.000 en € 100.000). Verder gaat 4 uit van percentages tussen 0% tot 55% thuiswerken in het woonland.
Berekeningen o.b.v. fulltime contract met 220 werkdagen
De reikwijdte van het onderzoek omvat berekeningen op basis van een fulltime dienstverband met 220 werkdagen per kalenderjaar, die gebaseerd zijn op de tarieven van het kalenderjaar 2024. Daarbij is alleen een basissalaris in aanmerking genomen en is geen rekening gehouden met bijkomende regelingen zoals pensioen en andere inkomensbronnen zoals een tweede baan of een uitkering.
Om het aantal parameters, en daarmee het aantal berekeningen, beperkt te houden is gekozen om geen rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden.
Het onderzoek levert onder meer de volgende algemene bevindingen op.
Effecten thuiswerkregelingen in de fiscaliteit
Belastingheffing vindt plaats volgens de huidige afspraken in de belastingverdragen. Dit betekent dat, zonder thuiswerkregeling, het heffingsrecht naar rato wordt verdeeld tussen twee landen als een grenswerker een gedeelte van zijn tijd thuis werkt, de zogenoemde ‘salary split’. Een dergelijke verdeling is doorgaans gunstig voor het netto-inkomen van de grenswerker vanwege het zogenoemde progressie-effect dat optreedt bij de verdeling van de belastingheffing over twee landen.
Salary split
Als Nederland specifiek een drempelregeling afspreekt met een buurland en de grenswerker onder de afgesproken drempel van het maximaal aantal thuiswerkdagen blijft, dan is het netto-inkomen gelijk aan het netto-inkomen in de situatie dat de grenswerker in het geheel niet (thuis)werkt in het woonland. Het gevolg hiervan is dat bij de aanwezigheid van een drempelregeling het voordeel van een ‘salary split’ wegvalt. Om die reden is het netto-inkomen meestal hoger zonder drempelregeling dan met een drempelregeling. Hetzelfde effect treedt op bij een regeling die uitgaat van een volledige woonstaatheffing: een ‘salary split’ is meestal gunstiger dan een volledige woonstaatheffing.
Als een drempelregeling geldt, is van belang te onderkennen dat als met het (thuis)werken in het woonland de dagendrempel wordt overschreden, de drempelregeling geen effect meer sorteert, waardoor de ‘salary split’ weer van toepassing is. De hoogte van het netto-inkomen van een grenswerker die structureel (thuis)werkt in het woonland is dan vaak hoger dan het netto-inkomen van een werknemer die geen grenswerker is (ongeacht de hoeveelheid thuiswerken).
Effecten toepasselijke socialezekerheidsstelsel op netto-inkomen
Hoofdregel is dat iemand onderworpen is aan de socialezekerheidswetgeving van de lidstaat waar hij of zij werkt. Een speciale regel geldt voor mensen die in twee of meer lidstaten werken. Bijvoorbeeld mensen die naast hun werkzaamheden in de lidstaat van de werkgever een substantieel deel van de werkzaamheden in hun woonland (thuiswerkend) verrichten. Zij raken als gevolg daarvan onderworpen aan de socialezekerheidswetgeving van het woonland.
Minder dan 50% thuiswerken
Werkzaamheden zijn doorgaans substantieel als zij ten minste 25% van de totale arbeidstijd uitmaken. Als het percentage thuiswerken minder dan 50% van de totale arbeidstijd bedraagt kan deze grenswerker er onder bepaalde voorwaarden ook voor kiezen om in de lidstaat van de werkgever sociaal verzekerd te blijven. Hiertoe moet een aanvraag worden ingediend op basis van de kaderovereenkomst sociale zekerheid voor grensoverschrijdend telewerk.
Het percentage thuiswerken in het woonland en het wel of niet indienen van een aanvraag op basis van de kaderovereenkomst bepalen in welk land de grenswerker sociaal verzekerd is. Als het socialezekerheidsstelsel wijzigt, beïnvloedt dit de hoogte van de verschuldigde belasting en daarmee het netto-inkomen.
Inkomenseffecten
Inkomenseffecten worden onder meer veroorzaakt doordat de Nederlandse premies volksverzekeringen niet aftrekbaar zijn van het belastbare inkomen, terwijl sommige Belgische en Duitse socialezekerheidspremies wel (deels) aftrekbaar zijn in Nederland. Hierdoor is de belastingheffing in Nederland lager als het Belgische of Duitse socialezekerheidsstelsel van toepassing is. Daarnaast verschilt de hoogte van de socialezekerheidspremies.
De premies zijn in Nederland, vergeleken met België en Duitsland, relatief hoog. Daarentegen is in Nederland, in tegenstelling tot de buurlanden, de hoogte van de premie wel gemaximeerd. Door de premieverschillen en doordat de socialezekerheidspremies op een andere manier in aanmerking worden genomen, ontstaan er verschillen in de heffingsgrondslagen voor de belastingheffing.
Werkgeverslasten
Het onderzoek maakt ook inzichtelijk wat de totale werkgeverslasten bedragen per inkomenscategorie. Hierbij geldt dat de totale werkgeverslasten in de drie onderzochte inkomenscategorieën alleen worden beïnvloed door het van toepassing zijnde socialezekerheidsstelsel en niet door een thuiswerkregeling.
Het bedrag aan werkgeverslasten bestaat uit de combinatie van brutoloon plus de werkgeverspremies sociale zekerheid. De hoogte van het brutoloon verandert niet bij het toepasbaar zijn van de thuiswerkregelingen. Daardoor is alleen het van toepassing zijnde socialezekerheidsstelsel bepalend voor de hoogte van de werkgeverspremies en daarom de totale werkgeverslasten.
Administratieve lasten
Het onderzoeksrapport omvat geen kwantificatie van de administratieve lasten die werknemers en werkgevers kunnen ervaren bij hybride werken, maar benoemt administratieve lasten bij hybride werken als mogelijk belangrijke afwegingsfactor.
Vaststaat in ieder geval dat een werknemer die in twee landen belasting moet betalen, hogere administratieve lasten heeft dan een werknemer die slechts in één land betaalt. In dat geval worden ook werkgevers geconfronteerd met hogere administratieve lasten, omdat er moet worden voldaan aan administratieve plichten in het woonland van de werknemer. Daarbij speelt voor de werkgever bijvoorbeeld de vraag of al dan niet sprake is van een zogenoemde vaste inrichting van de werkgever in het woonland van de werknemer bij thuiswerken.
Verhoogde administratieve lasten blijven overigens ook (deels) bestaan op het moment dat een grenswerker slechts in één land belasting betaalt (bijvoorbeeld het woonland) en onderworpen is aan de socialezekerheidswetgeving van het woonland. In deze situatie heeft de werkgever administratieve verplichtingen in het woonland van de werknemer, zodat de juiste premies worden ingehouden en afgedragen, en moet in sommige gevallen de werknemer zelf alle belastingen via de aangifte inkomstenbelasting betalen. De werknemer moet hiervoor voldoende middelen reserveren. Een drempelregeling kan daarom invloed hebben op de bestaande administratieve lasten, zij het slechts in beperkte mate.
Naast de algemene bevindingen volgt hieronder een selectie van de specifieke bevindingen die per inkomenscategorie kunnen verschillen.
Inkomenscategorie € 25.000
Voor de laagste inkomenscategorie hebben de onderzochte drempelregelingen vrijwel geen effect op het netto-inkomen van de grenswerker die hybride werkt. Dit komt doordat de belastingheffing in zowel Nederland als onze buurlanden (vrijwel) nihil is als gevolg van het toepassen van een heffingskorting of een belastingvrije som. Het toepasselijke socialezekerheidsstelsel kan wel gevolgen hebben voor het netto-inkomen als hybride wordt gewerkt in het woonland.
De berekeningen laten zien dat in deze inkomenscategorie het in de meeste gevallen voordelig is om onderworpen te zijn aan de Nederlandse socialezekerheidswetgeving en heeft een hoger (in sommige gevallen 15%) netto-inkomen tot gevolg.
Inkomenscategorie € 50.000
In deze inkomenscategorie zijn meer effecten van de drempelregelingen te zien. In bijna alle gevallen is een drempelregeling minder gunstig voor het netto-inkomen van de grenswerker die hybride werkt ten opzichte van de situatie dat geen regeling is afgesproken, omdat door toepassing van een drempelregeling het voordeel van een ‘salary split’ wordt weggenomen.
Wat opvalt is dat bij wonen in België, een exclusieve woonstaatheffing met toepassing van de Belgische sociale zekerheid in alle scenario’s een positief effect heeft op het netto-inkomen van de grenswerker, oplopend tot een positief verschil van 17,25% van het inkomen. In relatie tot Duitsland hebben drempelregelingen ook in bijna alle gevallen negatief effect op het netto-inkomen. De scenario’s waarin het netto-inkomen wel hoger uitvalt, is met name het gevolg van het toepasselijke socialezekerheidsstelsel. Een voorbeeld hiervan is de werknemer die 40% thuiswerkt in Nederland en waarop de Nederlandse sociale zekerheid van toepassing is.
Inkomenscategorie € 100.000
De hoogste inkomenscategorie kent in de meeste gevallen een grotere impact van drempelregelingen op het netto-inkomen ten opzichte van de situatie zonder drempelregeling bij hetzelfde aantal thuiswerkdagen. Ook hier speelt de ‘salary split’ een belangrijke rol. Het aantal thuiswerkdagen en het wel of niet toepassen van de kaderovereenkomst sociale zekerheid voor grensoverschrijdend telewerk heeft daarnaast grote invloed op het netto-inkomen.
Uitgebreid en bruikbaar overzicht
Het onderzoeksrapport biedt een uitgebreid en bruikbaar overzicht van diverse doorgerekende scenario’s in het kader van de drempelregelingen. Of het netto-inkomen hoger of lager uitvalt is sterk afhankelijk van onder meer het aantal (thuis)werkdagen in het woonland, het al dan niet opteren voor toepassing van de kaderovereenkomst voor sociale zekerheid en de inkomenscategorie.
Niet alleen nadelig voor thuiswerker
Het uit dit rapport ontstane beeld is dat thuiswerkregelingen vaak niet gunstig uitpakken voor het netto-inkomen van grenswerkers die hybride werken. Dat wil niet zeggen dat een drempelregeling alleen nadelig is voor de grenswerker.
Uit het onderzoek blijkt dat, behalve het netto-inkomen, ook een afweging ten aanzien van de administratieve lasten per geval moet worden beoordeeld bij zowel de werknemer als werkgever.
Een drempelregeling gaat daarbij gepaard met zekerheid voor de grenswerker die niet, in afwachting van belastingaanslagen in meerdere landen, hoeft te wachten op vaststelling van het definitieve netto-inkomen.
Concluderend is een positief of negatief netto-inkomen, samen met de hoeveelheid administratieve lasten voor de werknemer en werkgever, sterk afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de grenswerker.
Drempelregeling met beperkte dagendrempel
Voor Nederland ligt de focus op korte termijn op een drempelregeling met een beperkte dagendrempel. Dit heeft allereerst met haalbaarheid te maken. Duitsland staat op dit moment bijvoorbeeld niet open voor een verdergaande regeling. De staatssecretaris kan discoördinatie tussen de fiscaliteit en sociale zekerheid daardoor niet geheel voorkomen.
Het onderzoek geeft echter een belangrijk inzicht in andere aspecten dan discoördinatie die kunnen meewegen in de wenselijkheid van mogelijke regelingen voor grenswerkers. Zo blijkt uit het onderzoek dat afhankelijk van de specifieke omstandigheden een drempelregeling met beperkte dagendrempel voordelig kan zijn voor het netto-inkomen van de hybride werkende grenswerker ondanks dat de discoördinatie niet geheel wordt weggenomen.
Een beperkte dagendrempel helpt grenswerkers die incidenteel hybride werken wel altijd in het verminderen van administratieve lasten en verschaft daarnaast zekerheid over onder meer het definitieve netto-inkomen van de grenswerker (psychologisch aspect). Aan de andere kant heeft een dergelijke drempelregeling voor grenswerkers die structureel thuiswerken geen impact. Een eventuele gunstige ‘salary split’ blijft dan van toepassing.
In die situaties is overigens het netto-inkomen van een grenswerker die structureel thuiswerkt vaak hoger dan het netto-inkomen een werknemer die geen grenswerker is, ongeacht de hoeveelheid thuiswerken.
Op korte termijn, bijvoorbeeld met Duitsland, is een drempelregeling met een beperkte dagendrempel daarom een stap in de goede richting.
Een drempelregeling pakt gunstig uit voor het land van de werkgever van de grenswerkers, omdat onder zo’n regeling de belastingheffing bij het land van de werkgever blijft.
Aangezien er meer mensen vanuit Duitsland en België in Nederland werken dan omgekeerd, is het aannemelijk dat een thuiswerkregeling eerder tot een opbrengststijging dan een opbrengstdaling voor Nederland zal leiden. Het tegenovergestelde kan worden geconcludeerd op het moment dat een volledige woonstaatheffing zou worden afgesproken.
De gevolgen van een thuiswerkregeling voor de Nederlandse belastingopbrengsten zijn op dit moment nog niet te kwantificeren.
In de meeste gevallen zijn drempelregelingen, kijkend naar alleen het netto-inkomen, minder gunstig voor de werknemer die hybride werkt ten opzichte van de huidige situatie. In de huidige situatie is het netto-inkomen van een grenswerker die structureel gedeeltelijk thuiswerkt door de zogenoemde ‘salary split’ vaak hoger dan het netto-inkomen van een werknemer die in hetzelfde land woont en werkt.
Daarbij merkt de staatssecretaris op dat er voor de werknemer veelal een afweging bestaat tussen enerzijds het netto-inkomen en anderzijds de totale last aan administratieve verplichtingen die zich niet eenduidig laat kwantificeren. Een drempelregeling met een lagere dagendrempel biedt daarom een oplossing en is een stap in de goede richting.
Ook de budgettaire effecten van zo’n regeling zullen waarschijnlijk positief uitvallen voor Nederland. Van Rij zal de inzichten uit dit onderzoek verder gebruiken in de bilaterale discussies met onze buurlanden. Daarnaast zal hij deze inzichten inzetten en wegen tijdens toekomstige multilaterale discussies over dit onderwerp op de lange termijn.