
Een Nederlandse dj met een Amerikaanse LLC. De belastinginspecteur weigerde hem vrijstelling te geven voor zijn Amerikaanse inkomsten. Na de rechtbank in 2022 oordeelt nu ook het gerechtshof dat de dj wel degelijk recht heeft op vrijstelling.
Een Nederlandse DJ woont in Nederland en treedt wereldwijd op. Hij is directeur en enig aandeelhouder van een bv waarvan hij een loon geniet van € 213.007. De DJ is tevens manager en enig member van een Amerikaanse LLC. De werkzaamheden in de VS lopen via deze LLC. De LLC ontvangt de gages en betaalt de kosten. Belanghebbende is volledig en direct gerechtigd tot de opbrengsten van de LLC en de opbrengsten worden jaarlijks uitgekeerd. De LLC is voor de VS transparant, voor Nederland een rechtspersoon.
LLC
De DJ heeft de inkomsten verkregen uit de LLC in zijn aangifte aangegeven als inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking. Hij heeft voor deze inkomsten verzocht om een voorkoming van dubbele belasting op basis van de vrijstellingsmethode. De inspecteur heeft dit geweigerd. De DJ tekende hiertegen beroep aan en beroept zich op het zogeheten artiestenartikel van het belastingverdrag met de Verenigde Staten. Hij stelt daarbij dat hij in de Verenigde Staten is aangeslagen en dat het gaat om economisch en juridisch dubbele heffing. De inspecteur stelt daarentegen dat de Verenigde Staten ten onrechte belasting hebben geheven. Nederland heeft namelijk het heffingsrecht en niet de Verenigde Staten, aldus de inspecteur.
Artiestenartikel
De rechtbank verwierp deze primaire stelling van de inspecteur. Gelet op het artiestenartikel van het belastingverdrag, mag de Verenigde Staten de inkomsten belasten. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat belanghebbende de van hem geheven Amerikaanse federal income tax deels kan verrekenen met zijn Nederlandse inkomstenbelasting. Nederland is op grond van art. 25 van het belastingverdrag verplicht om zijn inwoners een aftrek te verlenen voor de bestanddelen die volgens het artiestenartikel ook in de Verenigde Staten mogen worden belast. Wel kan verrekening enkel aan de orde zijn voor zover de inkomsten in de Verenigde Staten zijn belast en tevens in het Nederlandse belastbaar inkomen zijn opgenomen. De verrekening wordt naar rato vastgesteld.
De inspecteur van belasting is het niet eens met deze uitspraak en tekent hoger beroep aan. Dat diende deze week. Het gerechtshof concludeerde allereerst dat de dj volledig en direct gerechtigd is tot alle opbrengsten van de LLC. Uit de Amerikaanse aangifte volgt dat de dj in de VS een bedrag van omgerekend € 253.581 aan Amerikaanse inkomstenbelasting heeft betaald over die opbrengst. Naar het oordeel van het hof heeft de dj, gelet op de omstandigheid dat hij voor alle inkomsten van zijn LLC persoonlijk in de Amerikaanse heffing van inkomstenbelasting is betrokken, recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting volgens de verrekeningsmethode. Daaraan doet niet af dat de opbrengsten zijn genoten via tussenkomst van de LLC en dat vanuit Nederlands fiscaal perspectief een LLC als een niet-transparante kapitaalvennootschap dient te worden aangemerkt, aangezien in dit geval over deze opbrengsten daadwerkelijk bij belanghebbende zelf inkomstenbelasting is geheven in de VS.
Vernietigd
Volgens de dj is zijn aangifte IB/PVV onjuist ingediend door zijn voormalige belastingadviseur. Deze heeft abusievelijk slechts een bedrag van € 497.042 ($ 596.749) als buitenlandse inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking ter zake van het door tussenkomst van de LLC in de VS genoten inkomen opgenomen. Die winst was bijna 7,5 ton. Op deze nettowinst moeten vervolgens de Nederlandse vrijstellingen worden toegepast, in dit geval de MKB-vrijstelling. Het hof volgt hierbij de inspecteur in zijn subsidiaire stelling. De slotsom is dat het hoger beroep gegrond is, aangezien het hof de aanslag IB/PVV tot een hoger bedrag heeft vastgesteld dan de rechtbank heeft gedaan. Dit betekent dat de uitspraak van de rechtbank met betrekking tot de aanslag IB/PVV 2017 en de beschikking belastingrente zal worden vernietigd.
Lees hier de uitspraak.