Die vraag is beantwoord door de Kennisgroep aanmerkelijk belang en de Kennisgroep successiewet van de fiscus.
De Belastingdienst hanteert bij de beoordeling of een aandeel een preferent aandeel is als bedoeld in de doorschuifregeling aanmerkelijk belang in de Wet IB 2001 (DSR) en de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 (BOR), de uitleg die daaraan in het spraakgebruik wordt gegeven. Het gaat daarbij om voorrang wat betreft winstverdeling en/of liquidatie-uitkering. Een bijzonder stemrecht leidt in beginsel niet tot de kwalificatie preferent aandeel. De beoordeling vindt plaats ten tijde van de verkrijging.
Bij het onderdeel ‘Beschouwing’ wordt een nadere invulling gegeven van het voorgaande. Deze beschouwing dient ter vervanging van het eerdere memo ‘Notitie kenmerken en voorbeelden van preferente aandelen’ van 1 april 2019. Aan het slot van de beschouwing zijn citaten uit de parlementaire geschiedenis opgenomen.