• Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière
  • Over ons
  • Contact
  • Adverteren
  • Nieuwsbrief
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Mail
  • Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
  • Over ons
  • Contact
  • Adverteren
  • Nieuwsbrief
Fiscaal Vanmorgen

  • Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière
Home » Koepels vragen aandacht voor openstaande vragen aanvullend rechtsherstel box 3

Koepels vragen aandacht voor openstaande vragen aanvullend rechtsherstel box 3

Nieuws

Enkele koepel- en belangenorganisaties hebben regelmatig overleg met het Ministerie van Financiën over het dossier box 3, meldt SRA.

30 juli 2024 door Fiscaal Vanmorgen

Doelstelling van deze overleggen was en is onder andere om zo veel als mogelijk afspraken te maken over de praktische uitvoering van de gevolgen van het kerstarrest en deze in gezamenlijk overleg te stroomlijnen. Recent zijn ook vragen ingebracht die de recente vervolgarresten van 6 en 14 juni 2024 opriepen.

Vragen

Het overzicht van gesignaleerde vragen is zeker niet uitputtend maar geeft wel aan waar de praktijk momenteel tegen aan loopt, meldt SRA.

  1. Wat is het genietingsmoment van het werkelijk rendement? Gelden hierbij bijvoorbeeld de regels zoals die van toepassing waren onder de Wet IB 1964? Het Ministerie van Financiën kiest overigens voor toepassing van het kasstelsel.
  2. Als een spaarder een negatieve rente over de spaartegoeden aan de bank heeft betaald, zijn die betalingen dan aan te merken als negatieve opbrengsten voor de berekening van het werkelijke rendement of vormt die negatieve rente dan een (niet aftrekbare) kostenpost?
  3. Hoe moet rente van schulden worden toegerekend aan het werkelijke rendement? Is dit uitsluitend in het jaar van betaling (kasstelsel) of moet deze worden toegerekend aan het jaar waarin deze is aangegroeid (matchingbeginsel)? Ook ten aanzien van de inkomsten is de vraag of moet worden uitgegaan van het factuurstelsel of het kasstelsel. Ook hier kiest het Ministerie van Financiën voor het kasstelsel.
  4. Op grond van artikel 18, tweede lid van de Wet waardering onroerende zaken, ligt de waardepeildatum één jaar voor het begin van het kalenderjaar waarvoor de waarde wordt vastgesteld. De WOZ-waarde van een bepaald belastingjaar (T1) is daardoor de waarde met peildatum op 1 januari van T0. Moet voor de bepaling van de waardestijging (of -daling) bij een woning in box 3 – in belastingjaar T1 – worden uitgegaan van het verschil in WOZ-waarde per 1 januari van T0 en 1 januari van T1 of van het verschil in de WOZ-waarde van 1 januari T1 en 1 januari van T2?
  5. Volgens de huidige systematiek geldt de WOZ-waarde voor het gehele kalenderjaar (zie artikel 23, eerste lid, onderdeel e van de Wet waardering onroerende zaken). Welke WOZ-waarde moet dan worden gehanteerd bij vervreemding, indien de verkoop niet op 31 december plaatsvindt (maar op bijvoorbeeld 1 juli)? Geldt dan de WOZ-waarde van 1 januari van dat jaar, 1 januari van het volgende jaar of moet de waardestijging tijdsevenredig worden berekend?
  6. Wat zijn de gevolgen als de WOZ-waarden na afloop van het belastingjaar of mogelijk zelfs na het opleggen van de aanslag door de Gemeente worden herzien? 
  7. Kosten – met uitzondering van rente van schulden – zijn volgens de juni-arresten niet aftrekbaar omdat de Hoge Raad aansluit bij het systeem van de wet (sinds 2017). Omdat bij de berekening van de forfaitaire inkomsten uit vastgoed geen rekening is gehouden met kostenaftrek, zijn kosten niet aftrekbaar bij de berekening van het werkelijk rendement. Dit geldt echter ook voor huurinkomsten. Deze inkomsten zijn ook geen bestanddeel van het forfaitaire rendement. Behoeft daarom – anders dan de arresten suggereren – bij de berekening van de inkomsten uit vastgoed alleen rekening te worden gehouden met de mutatie in de (WOZ-)waarde en niet met huurinkomsten?
  8. Is bij een vakantiewoning die niet wordt verhuurd het werkelijke directe rendement nihil (want geen huurinkomsten) of moet een fictieve huur worden gerekend voor het eigen gebruik voor de berekening van het werkelijk directe rendement?
  9. Behoort boeterente ook tot de in aanmerking te nemen rente of dient deze als een niet-aftrekbare kostenpost te worden beschouwd?
  10. Bij niet-woningen neemt de Wet IB 2001 in box 3 de WOZ-waarde niet als uitgangspunt. Hoe dient ten aanzien van niet-woningen de waarde-ontwikkeling in enig jaar te worden bepaald? Kan daarbij ook de WOZ-waarde als uitgangspunt gelden of dient in die gevallen conform de huidige wettelijke systematiek de waarde in het economische verkeer per 1 januari en 31 december te worden bepaald?
  11. Hoe moet worden omgegaan met uitgaven aan een verbouwing van een woning in box 3, waardoor de woning in waarde stijgt? Kostenaftrek is volgens de Hoge Raad niet toegestaan. De vraag is of verbeteringen/verbouwing van vastgoed indirect ten laste van het werkelijk rendement mogen worden gebracht. Bijvoorbeeld een pand is op 1/1 € 1.000.000 waard. Er wordt voor € 150.000 verbeteringen/verbouwingen aangebracht aan het pand. Het pand is op 31/12 € 1.100.000 waard. Is de ongerealiseerde waardestijging dan € 100.000 (€ 1.100.000 minus € 1.000.000) of is er sprake van waardedaling van € 50.000 (€ 1.100.000 minus € 1.150.000 (€ 1.000.000 + € 150.000)? En hoe moet het werkelijk rendement berekend worden aan de hand van de WOZ-waarden als de gemeente de verbouwing pas in latere jaren tot uitdrukking laat komen in de WOZ-waarden (zie ook punt 6).
  12. Mag of moet rekening worden gehouden met de leegwaarderatio bij bepaling van de waardemutatie woning voor het werkelijk rendement?
  13. Hoe moet de waardemutatie worden berekend bij vorderingen/schulden die een rentevastperiode kennen en waarvan de marktrente jaarlijks wijzigt?
  14. Een pensioengerechtigde ontvangt een NATO-pensioen zoals beschreven in het Besluit pensioenen Internationale Organisaties (BWBR0047063). Conform dit besluit geeft de belastingplichtige 1/3 deel van het pensioen aan in box 3. Hoe moet het werkelijk rendement van de pensioenrechten in box 3 bepaald worden? Voor andere periodieke uitkeringen, die in box 3 volgens bepaalde tabellen worden belast, gelden soortgelijke vragen.

Bron: SRA

Categorie: Nieuws Tags: box 3, SRA

Tags: box 3, SRA

Gerelateerde artikelen

9 mei 2025

Nederland kiest als enige voor vermogensaanwasheffing

29 april 2025

Hoge Raad bevestigt: cryptovaluta in box 3

23 april 2025

Wet tegenbewijsregeling Box 3: rust of nieuwe conflicten?

22 april 2025

Makelaars: hoge fiscale druk, maar markt recreatiewoningen veert toch op

Docenten

Ron Mulder
Bob van Leeuwen
Albert Heeling
Teunis van den Berg
Janita Klomp
Ludo Mennes
Léon de Jager
Kirsten Roskam
Ruben Stam
Herman van Kesteren
Jeroen Knol
Arnaud Booij
Guney Bagislayici
Derwish Rosalia
Kees Beishuizen
Anne Opbroek
Rohalt Janssens
Patrick Wille
Hannah van der Schrier
Bernard Schols
Frans Sijbers
Chris Dijkstra
Willem Veldhuizen
Hans Tabak
Carolien Janssen
Alex Schrijver
Bob de Koning
Martine Cranendonk
Barry Willemsen
Ewoud de Ruiter
Marja van den Oetelaar
Almer de Beer
Almer de Beer
John Bult
Roger van de Berg
Heleen Elbert
Pieter Kok
Martijn Bedaux
Martin de Graaf
Kirsten Kievit
Martijn Paping
Martijn Paping
Casper Mons
Ruben Stam
Ruben Stam
Edwin de Witte
jan wietsma
Jan Wietsma
Erik van Toledo
Saskia Jacobsen
Joost Severs
Imke Bos
Geert Witlox
Debby Kettler
Debby Kettler
Hanneke Kroonenberg
Koert van Loon
Wilbert Nieuwenhuizen
Chanien Engelbertink
Bram Lemmens
Joep Swinkels

Blogs

  • Notaris kon btw op kosten niet volledig aftrekken! 19 weergaven

  • Goede doelen en btw; 5 tips waar je als goed doel aan moet denken 15 weergaven

  • OSS en de USA ondernemer: de O staat voor onmogelijk 10 weergaven

  • Verlegging van invoer-btw in Nederland: van vooruitstrevend naar achter de feiten aan lopen 6 weergaven

Fiscaal Vanmorgen (FV) is het platform voor belastingadviseurs, fiscalisten, accountants en iedereen die geïnteresseerd is in fiscale opleidingen en fiscaal nieuws.

Fiscaal Vanmorgen is een uitgave van MOCuitgevers Vanmorgen.

 

Categorie

  • Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière

Info

  • Over ons
  • Contact
  • Algemene voorwaarden MOCuitgevers Vanmorgen
  • Annuleringsvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Mail
Cookies
Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt Fiscaal Vanmorgen gebruik van cookies.
  • Ik ga akkoord
  • Instellingen
  • Functionele cookies zijn noodzakelijk voor de werking van deze website
  • We gebruiken Google Analytics, netjes geanonimiseerd
  • Annuleren
  • Ik ga akkoord

Instellingen