Het advies volgt op prejudiciële vragen die het gerechtshof Amsterdam eerder stelde in een lopende zaak tussen vakbond FNV en Uber. De vraag is of Uber-chauffeurs werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst en daarmee onder de CAO Taxivervoer vallen, zoals FNV stelt, of dat ze zelfstandige ondernemers zijn, zoals Uber beweert.
FNV heeft Uber aangeklaagd en eist dat het bedrijf de CAO Taxivervoer naleeft, wat alleen verplicht is voor werkgevers en werknemers. De rechtbank oordeelde eerder dat de chauffeurs werknemer zijn, maar Uber ging in hoger beroep. Voordat het gerechtshof Amsterdam een definitief oordeel velt, vroeg het de Hoge Raad om verduidelijking over de rol van ondernemerschap bij de kwalificatie van de werkrelatie.
Ondernemerschap beperkt van invloed
De AG oordeelt in haar advies dat ondernemerschap slechts een beperkte rol speelt bij de beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dit sluit aan bij het toetsingskader dat de Hoge Raad eerder in het Deliveroo-arrest (maart 2023) heeft geformuleerd. Pas wanneer eerdere factoren onvoldoende duidelijkheid bieden, kan worden gekeken naar of iemand zich als ondernemer gedraagt in het economisch verkeer. Volgens de AG mag dit aspect echter niet doorslaggevend zijn, omdat de werkrelatie zelf centraal staat bij de beoordeling, niet de handelingen van de werkende buiten deze relatie.
Toetsingskader van belang
De AG wijst erop dat ondernemerschap binnen de werkrelatie wél relevant is bij de beoordeling van werknemerschap. Aspecten zoals de aard en duur van de werkzaamheden, de economische risico’s voor de werkende, en hoe de vergoeding wordt betaald, spelen hierbij een rol. Ondernemerschap kan dus een contra-indicatie zijn voor werknemerschap binnen deze relatie.
Beoordeling op basis van de Wet AVV
Een andere prejudiciële vraag gaat over de Wet op het Algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet AVV). Het hof vraagt of deze wet gebruikt kan worden om de vordering van FNV te beoordelen. De AG is van mening dat dit kan, ook al zijn er verschillen tussen de werkrelaties van de chauffeurs.
Vervolg
Het is nog niet duidelijk wanneer de Hoge Raad uitspraak doet. Na deze uitspraak zal het gerechtshof Amsterdam de zaak voortzetten en de antwoorden van de Hoge Raad meenemen in het uiteindelijke vonnis. Ook andere rechters kunnen deze uitspraak gebruiken voor vergelijkbare zaken rondom platformwerk.