De WKR heeft als primaire doelstelling het regelen van de loonheffingen over vergoedingen van kosten die de werknemer maakt in het kader van zijn dienstbetrekking en verstrekkingen en terbeschikkingstellingen ter voorkoming hiervan. De secundaire doelstellingen van de WKR, specifiek voor de vrije ruimte, zijn de ondersteuning van het mkb en een generieke lastenverlaging op arbeid.
Wel doeltreffend
Die doelen worden bereikt, aldus SEO. “De WKR regelt wat het dient te regelen en dat is doeltreffend. Zonder WKR kunnen deze vergoedingen niet vrijgesteld worden van loonheffingen, tenzij er een alternatief systeem in het leven wordt geroepen.” Maar werkgevers en experts vinden de WKR wel complex, wat voor sommige werkgevers ertoe leidt dat zij de WKR niet of niet optimaal kunnen
gebruiken. “De WKR kent een keuzerecht voor werkgevers, maar als werkgevers ervoor kiezen de WKR niet te gebruiken vanwege de complexiteit, terwijl ze het eigenlijk wel zouden willen gebruiken, dan is dit gemist doelbereik en daarmee relevant voor de doeltreffendheid.”
Om de complexiteit en de administratieve lasten voor werkgevers en de Belastingdienst te verlichten, kunnen zaken versoepeld of verduidelijkt worden, zoals meer handreikingen omtrent het aanwijzen, het verduidelijken van de reikwijdte van gerichte vrijstellingen en stabiliteit in de vormgeving van de WKR, aldus SEO.
Ruim 12 miljard
De complexiteit is overigens niet vreemd, want voorlopers van de WKR en systemen in andere landen zijn dat ook. In totaal is er met de regeling € 12,4 miljard gemoeid. Het budgettair belang van de gerichte vrijstellingen schat SEO op € 8,9 miljard; het gebruik van de vrije ruimte wordt geschat op € 4,4 miljard in 2023. “Dat is gemiddeld 75 procent van de in totaal € 5,9 miljard aan beschikbare vrije ruimte.” Het gebruik leidt tot een budgettair belang van de vrije ruimte van € 3,5 miljard.
Voordeel vrije ruimte verschilt per bedrijf
Al met al is de vrije ruimte deels doeltreffend. “De vrije ruimte heeft als doelstellingen het verminderen van administratieve lasten, het verlagen van de lasten op arbeid, het ondersteunen van het mkb en het bijdragen aan de overkoepelende doelstelling van de WKR. Tussen deze doelstellingen kan een spanningsveld bestaan. Zo is enerzijds de administratieve lastenverlichting dat het bedrag centraal staat en niet waarvóór de vergoeding is, maar anderzijds is het voor het aansluiten bij de overkoepelende doelstelling van de WKR juist relevant wáár de vergoeding voor is en of dit een vergoeding voor gemengde (deels zakelijk, deels privé) kosten is.”
Complex in de vrije ruimte zijn het aanwijzen van loonbestanddelen en het voldoen aan het gebruikelijkheidscriterium. Het stelsel met twee tarieven in de vrije ruimte leidt tot een ondersteuning van het kleine mkb, maar tot slechts een beperkte ondersteuning van het gehele mkb, concludeert SEO. “Voor het kleine mkb met een beperkt aantal medewerkers is de hogere vrije ruimte een aanzienlijk bedrag per medewerker. Voor mkb-bedrijven met meer medewerkers is dit voordeel per werknemer aanzienlijk lager. Dit maakt de vrije ruimte voor deze doelstelling deels doeltreffend.”
Hoge uitvoeringslasten
De vrije ruimte is ondoelmatig in het verlagen van de lasten op arbeid en in het ondersteunen van het mkb, aldus SEO. “Omdat dit secundaire beleidsdoelen zijn weegt dit niet zwaar genoeg om de vrije ruimte als ondoelmatig te bestempelen.” De vrije ruimte is verder niet doelmatig in het verlagen van de lasten op arbeid. “De uitvoeringslasten om de lastenverlaging te bereiken zijn hoog in vergelijking met het alternatief van algehele verlaging van werkgeverspremies. En een verhoging van de vrije ruimte bereikt niet alle werkgevers in dezelfde mate. Dit maakt het een ondoelmatige manier om lastenverlaging op arbeid te bewerkstelligen.”
Het hoge percentage in de eerste schijf is daarnaast niet doelmatig in de ondersteuning van het mkb omdat het voordeel bij alle bedrijven terechtkomt. “Het is op basis van dit onderzoek niet duidelijk of een verlaging van het percentage voor de vrije ruimte tot een hogere doelmatigheid leidt, omdat de effecten hiervan op doeltreffendheid ook niet te kwantificeren zijn. Een alternatief is om de eerste schijf volledig te schrappen, zodat één uniform percentage geldt voor de gehele loonsom; dit vereenvoudigt de regeling, voorkomt drempel-effecten en kan de verhouding tussen doelmatigheid en doeltreffendheid verbeteren zonder de budgettaire neutraliteit uit het oog te verliezen.”
