Volgens de rechter is gehandeld binnen de kaders van de Asset Purchase Agreement en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Doorstart
Papierfabriek Crown Van Gelder werd in januari 2023 failliet verklaard en vervolgens overgenomen. Bij de doorstart onder de naam Crown Van Gelder International (CVGI) zijn met de curatoren afspraken gemaakt over de overdracht van de bedrijfsadministratie. Daarbij is bepaald dat persoonsgegevens van werknemers niet hoeven te worden overgedragen, tenzij de betrokken werknemers daarvoor toestemming hebben gegeven. In februari 2023 hebben de curatoren de fysieke en digitale administratie voor de nieuwe eigenaar achtergelaten.
Volledige administratie
CVGI eiste in kort geding alsnog de volledige administratie, met name de direct na het faillissement door de curatoren in opdracht gemaakte digitale back-up, inclusief documenten met persoonlijke gegevens. CVGI stelt dat zij deze gegevens nodig heeft om externe financiering aan te trekken, noodzakelijk voor het voortbestaan van de fabriek. De curatoren voerden aan dat zij hebben geleverd wat is overeengekomen en dat er een duidelijk protocol is opgesteld voor het omgaan met de ontbrekende delen van de administratie die persoonsgegevens bevatten. CVGI heeft geweigerd dit protocol te ondertekenen.
Daarnaast bestaat er tussen de curatoren en CVGI een geschil over emissierechten ter waarde van miljoenen euro’s. CVGI stelt dat zij deze rechten ten onrechte heeft moeten betalen om een boete van de Nederlandse Emissieautoriteit te voorkomen. De curatoren betwisten deze vordering.
Oordeel over administratie
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben de curatoren volledig voldaan aan hun verplichtingen voor het leveren van de administratie binnen de ruimte die de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en artikel 12.1 van de op 19 februari 2023 gesloten Asset Purchase Agreement (APA) bieden. In dat artikel is expliciet bepaald dat administratie en documenten met betrekking tot werknemers zijn uitgesloten van overdracht, tenzij de betreffende werknemer schriftelijk toestemming geeft. Dat geldt ook voor persoonlijke documenten van de voormalig bestuurders, die geen toestemming hebben gegeven.
De werkwijze van de curatoren is volgens de rechter in lijn met de AVG. Het betoog van CVGI dat voorafgaand aan het maken van de eerste back-up stukken zouden zijn verwijderd of vernietigd, vindt geen steun in de feiten. Onderzoek door Digi Juris naar verschillen tussen twee back-ups leverde geen bewijs op dat bestanden definitief zijn gewist; mogelijk zijn ze slechts verplaatst. Bovendien heeft CVGI, door te weigeren het mede namens haar uitonderhandelde protocol voor het omgaan met persoonlijke bestanden te ondertekenen, zelf belemmerd dat naar de ontbrekende documenten kon worden gezocht.
Verklaringen van voormalige werknemers over het verwijderen van documenten worden door een verklaring van een leidinggevende weersproken. Zij stelt dat er slechts is geselecteerd op mogelijk privacygevoelige bestanden, die apart zijn gezet voor nader onderzoek, en dat de curatoren beschikken over een volledige back-up. Ook heeft CVGI voorafgaand aan de koop voldoende gelegenheid gehad voor due diligence en de activa gekocht op ‘as is, where is’-basis.
De rechter wijst erop dat de aantijgingen van CVGI over het handelen van de curatoren ongefundeerd zijn en dat ook de curatoren belang hebben bij een succesvolle doorstart, nu de boedel medeaandeelhouder is in CVGI. Door het weigeren van het protocol en het vasthouden aan de eis tot afgifte van de volledige administratie lijkt CVGI volgens de voorzieningenrechter eerder bezig met een ‘fishing expedition’. Daarnaast is niet onderbouwd dat het ontbreken van de gegevens externe financiering daadwerkelijk in de weg heeft gestaan.
Alle vorderingen afgewezen
De vordering van CVGI om de volledige administratie, inclusief alle back-ups, te verkrijgen wordt daarom afgewezen. De vordering tot vergoeding van teruggeleverde emissierechten is een geldvordering die in kort geding alleen toewijsbaar is als die voldoende aannemelijk is. De curatoren betwisten de vordering. Daarmee is het bestaan van de vordering in het kort geding onvoldoende aannemelijk geworden, oordeelt de voorzieningenrechter. Deze vordering wordt ook afgewezen.
