Rapport inspectie
In het rapport Rechtsbescherming in het geding stelde de inspectie onlangs na bestudering van vijf belastingzaken dat dossiers vaak onvolledig bij de rechter belanden en dat de rechtsbescherming van burgers en bedrijven onder druk zet. Volgens de inspectie zijn de praktische waarborgen die moeten garanderen dat alle relevante stukken aan de rechter worden overgelegd – zoals voorgeschreven in artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) – ontoereikend. Dat artikel verplicht de Belastingdienst om “alle op de zaak betrekking hebbende stukken” aan de rechter te verstrekken, zodat beide procespartijen over dezelfde informatie beschikken.
Kabinetsreactie
“Incidenten waarbij stukken ten onrechte niet of niet tijdig aan de rechter worden verstrekt, moeten te allen tijde worden voorkomen”, schrijft staatssecretaris Heijnen nu aan de Tweede Kamer. Maar “de bevindingen geven geen actueel beeld van de huidige praktijk binnen de Belastingdienst.” De vijf casussen die de inspectie onderzocht, beslaan volgens Heijnen de periode van begin 2022 tot oktober 2023. Hij benadrukt dat “de informatieverstrekking nu beter is georganiseerd dan ten tijde van de casussen.”
Over de titel van het IBTD-rapport zegt hij: “Ik spreek de suggestie die uitgaat van de titel van het IBTD-rapport dat de rechtsbescherming van burgers en bedrijven in het geding zou zijn, tegen.” Ook schrijft de staatssecretaris: “Het rapport houdt onvoldoende rekening met de verbeteringen die al zijn gerealiseerd.”
In zijn brief wijst Heijnen verder op de inspanningen om de informatieverstrekking te verbeteren: “De verbeteracties die de Belastingdienst daarmee heeft ingezet, dragen daaraan bij en pakken de grondoorzaken aan die de IBTD beschrijft.”
Over de kritiek van de IBTD op de omgang met burgers en bedrijven stelt hij: “Deze conclusie doet tekort aan alle medewerkers die dagelijks werken aan een financieel gezond Nederland.” Daarbij wijst hij op “de laatste dienstverleningsmonitor, een onderzoek onder meer dan tweeduizend belastingplichtige Nederlanders”, waaruit blijkt dat burgers “de dienstverlening met gemiddeld een 7,1” beoordelen en bedrijven “gemiddeld genomen hetzelfde cijfer” gaven.
Analyse van verbeteracties
Tot slot schrijft Heijnen: “Wel geeft het rapport aanleiding voor een onderzoek naar de meest recente casussen en een analyse naar de verbeteracties die de Belastingdienst heeft doorgevoerd. […] Over de uitkomsten van die analyse naar de verbeteracties en eventuele aanvullende maatregelen wordt uw Kamer geïnformeerd in een stand-van-zakenbrief Belastingdienst.”
Kabinetsreactie IBTD-rapport ‘Rechtsbescherming in het geding’
