Als het aan Bovag ligt, wordt de fiscaal gunstige bedrijfsfietsenregeling weer in het leven geroepen. De organisatie pleit ook voor het fiscaal aantrekkelijker maken van fietsgebruik voor woon-werkverkeer.
De vereniging voor ondernemingen in de auto- en tweewielerbranche denkt hiermee twee problemen te kunnen oplossen. Enerzijds is de verkoop van nieuwe fietsen in Nederland sinds 2007 met 30% gedaald. Anderzijds zijn bereikbaarheid, luchtkwaliteit en volksgezondheid achteruitgegaan.
Meer e-bikes
In 2015 is het aantal verkochte fietsen gedaald tot minder dan een miljoen (983.000). In 2007 gingen er nog 1,4 miljoen fietsen de winkel uit. Tegelijk is de verkoop van e-bikes aan een opmars bezig: met 276.000 verkopen is het aandeel van de tweewieler met elektrische ondersteuning inmiddels gegroeid tot 28%. “Juist het gebruik van de oer-Hollandse fiets met al zijn technische snufjes van tegenwoordig, kan een grote bijdrage kan leveren aan het oplossen van de vele problemen met files, parkeren, luchtkwaliteit en volksgezondheid.”
Green deal
Bovag verwijst naar de zogeheten Green Deal ‘Fiets in het woon-werkverkeer’ uit 2012. Daarin spraken overheid en bedrijfsleven af dat binnen tien jaar het aandeel van de fiets in het woon-werkverkeer moet groeien van 25% naar 30%. “Amper twee jaar later, op 1 januari 2015, werd de zeer succesvolle bedrijfsfietsenregeling door de staatssecretaris van Financiën afgeschaft. Een ‘fiets van de zaak’ concurreert sindsdien in de werkkostenregeling met het personeelsfeest en het kerstpakket, en staat daardoor niet meer op het netvlies van werkgevers en werknemers.”
De bedrijfsfietsenregeling kan volgens Bovag worden gecombineerd met een fiscale stimulans voor werkgerelateerd gebruik van een fiets. Dat zou dan moeten worden verdisconteerd in de bijtelling voor privégebruik van een leaseauto.
Bedrijfsfietsenregeling
Onder de in 2015 vervallen bedrijfsfietsenregeling konden werknemers tot een bedrag van € 749 eens in de drie jaar fiscaal gunstig een fiets aanschaffen. De aanschafkosten konden worden verrekend met het brutoloon. Voorwaarde was dat de fiets minimaal voor de helft van het aantal werkdagen werd gebruikt.