Staatssecretaris Wiebes (Financiën) heeft enkele wijzigingen aangebracht in het kaderbesluit BPM en motorrijtuigenbelasting. Daarin is onder meer nader bepaald wanneer een voertuig voor de BPM als nieuw wordt aangemerkt. Verder zijn de voorwaarden van de teruggaafregeling voor taxi’s versoepeld.
Er is een onderdeel toegevoegd over eerder geregistreerde voertuigen die als nieuw worden beschouwd voor de BPM-heffing. “Volgens de maatschappelijke norm is een nieuw motorrijtuig een motorrijtuig welk in Nederland op de consumentenmarkt wordt gebracht en dat nog niet eerder geregistreerd is geweest.” Ook eerder in het buitenland geregistreerde motorrijtuigen die niet of nauwelijks in gebruik zijn geweest, gelden als nieuw. “Van een nieuw motorrijtuig is eveneens sprake in de situatie waarin de Nederlandse koper van het motorrijtuig degene is die het motorrijtuig voor het eerst in gebruik neemt.”
Wel kan in zaken die nog niet onherroepelijk vaststaan worden uitgegaan van een uitspraak van de Hoge Raad, waarin is bepaald dat een eerdere toekenning van een kenteken volstaat om een personenauto als gebruikt aan te merken.
Koerslijsten
Verder is een praktische werkwijze opgenomen voor het bepalen van de handelsinkoopwaarde van referentiemotorrijtuigen. “In de praktijk blijkt het vinden van handelsinkoopwaarden, anders dan door afleiding van de verkoopprijs, lastig. Daarentegen zijn de in de handel algemeen toegepaste koerslijsten de laatste jaren steeds verder verfijnd waardoor het nu mogelijk is bijna elk motorrijtuig in elke mogelijke uitvoering te configureren. Omdat de koerslijsten wel handelsinkoopwaarden vermelden mogen deze vanaf nu ook gehanteerd worden in taxatierapporten voor die situaties waarin er geen handelsinkoopwaarden van referentieauto’s in de markt worden aangetroffen.”
Datum tenaamstelling taxi’s
Van personenauto’s die zijn bestemd voor taxivervoer kan de datum van tenaamstelling worden aangemerkt als de datum waarop de aanspraak op teruggaaf ontstaat. “Door de latere afgifte van de toestemmingsbrief taxikentekenplaten treedt een onbedoelde vermindering van de teruggaaf op, waar belanghebbende geen invloed op heeft.”
Bestelauto of personenauto?
In de wijziging is verder nader gespecificeerd wanneer een voertuig als bestelauto kan worden aangemerkt. Motorrijtuigen die als ‘opleggertrekker’ of ‘afneembare bovenbouw’ te boek staan, kunnen ook worden gebruikt zonder dat de oplegger, aanhanger, afneembare opbouw of container aanwezig is. Wiebes keurt nu goed dat deze auto’s ook worden aangemerkt als een bestelauto op het moment dat de bovenbouw of container tijdelijk niet aanwezig is. “Wanneer het motorrijtuig met een kaal chassis met koppelschotel wordt aangepast c.q. omgebouwd, bijvoorbeeld door het aanbrengen van een laadbak, of wanneer het motorrijtuig met een kaal chassis met een containerframe wordt voorzien van een container, kan een motorrijtuig ontstaan dat zich qua uiterlijk maar ook qua vervoer van last/lading niet langer onderscheidt van ‘reguliere’ motorrijtuigen. Om als bestelauto te worden aangemerkt moet het motorrijtuig dan voldoen aan alle inrichtingseisen die gelden voor een bestelauto. Als het motorrijtuig niet aan de inrichtingseisen voor een bestelauto voldoet, dan is er sprake van een personenauto.”
Kosten rijklaar maken
De alinea over afleveringskosten is aangepast. Daarin is nu bepaald dat de kosten rijklaar maken geen onderdeel zijn van de catalogusprijs zoals die in de Wet BPM is gedefinieerd, “ook niet als zij door de importeur in de catalogusprijs zijn inbegrepen”.