Een vrouw heeft een voormalige demonstratieauto, een Cadillac CTS 2.OT, gekocht. De vrouw gaat ervan uit dat de auto gebruikt is. De rechtbank is het daar echter niet mee eens. Hoe denkt het Hof Den Haag hierover?
Bij de berekening van de BPM is de autobezitter ervan uitgegaan dat de auto een gebruikte personenauto is en heeft de BPM berekend op € 6.756. Bij de registratie in Nederland heeft de auto een tellerstand van 225, 245, 280 dan wel 342 kilometer. De auto verkeert ten tijde van het doen van de aangifte in goede staat en vertoont geen benoemde sporen van gebruik of beschadigingen. Volgens de rechtbank is de auto niet of nauwelijks in gebruik geweest. Er is volgens de rechtbank dus geen sprake van een gebruikte auto, maar van een een nieuwe auto.
De bezitster van de Cadillac gaat in hoger beroep bij het hof Den Haag.
Uitspraak Hof Den Haag
Volgens het hof heeft de rechtbank juist geoordeeld dat de auto voor de heffing van BPM is aan te merken als een nieuwe personenauto. Het hof neemt in aanmerking dat de beschikbare gegevens uitwijzen dat het de autobezitter is die de auto in termen van de BPM voor het eerst in gebruik heeft genomen. De auto is ontegenzeggelijk nieuw volgens de rechter, omdat er sprake is van een personenauto (met een tellerstand van 225, 245, 280 dan wel 342 kilometer) die na de vervaardiging niet of nauwelijks is gebruikt, in goede staat verkeert en geen sporen van gebruik of beschadigingen vertoont.