De Belastingdienst wijst ondernemers op de wijzigingen in het besluit van 6 december 2014 over administratieve, facturerings- en andere verplichtingen voor de btw. Die wijzigingen gelden vanaf 20 oktober 2017 en werden de dag ervoor al bekendgemaakt.
In de nieuwe versie zijn onder meer de volgende wijzigingen opgenomen:
- Ondernemers kunnen samen afspreken dat een van hen hun afzonderlijke prestaties op één bewijsstuk (bijvoorbeeld een factuur of kwitantie) in rekening brengt. Dat bewijsstuk geldt alleen als een factuur als daarop alle gegevens staan die anders op de aparte facturen zouden moeten worden vermeld. De ondernemers die op het bewijsstuk worden genoemd, blijven wel zelfstandig verantwoordelijk voor hun eigen btw-verplichtingen.
- Voor reizen per openbaar vervoer of taxi geldt het vervoerbewijs als een factuur. Transactieoverzichten van reizen met een OV-chipkaart of vergelijkbare kaarten waarmee op saldo kan worden gereisd, ziet de Belastingdienst als vervoerbewijs. “Tenminste, als u aan bepaalde voorwaarden voldoet.”
- Het recht op aftrek van voorbelasting mag niet worden geweigerd alleen omdat een factuur niet aan alle formele eisen voldoet. Dat blijkt uit Europese jurisprudentie.
- Het geactualiseerde besluit legt uit wanneer een boedelbijdrage belast is met btw en wanneer niet.
Het besluit is in oktober al gepubliceerd in de Staatscourant.