De Europese Commissie heeft bevestigd dat het een diepgaand onderzoek is gestart naar de Nederlandse fiscale behandeling van Inter Ikea, een van de twee groepsholdings van het Zweedse meubelbedrijf. “De commissie is bezorgd dat twee Nederlandse ’tax rulings’ Inter Ikea hebben toegestaan minder belasting te betalen en daarmee een oneerlijk concurrentievoordeel hebben gegeven. Dat is in strijd met de Europese regels voor staatssteun.”
Margrethe Vestager is de EU-commissaris verantwoordelijk voor mededinging. “Alle bedrijven, groot en klein, multinational of niet, moeten hun deel belasting betalen. Lidstaten kunnen bepaalde bedrijven niet minder belasting laten betalen zodat ze hun winsten kunstmatig kunnen verleggen”, zo licht ze toe. Nederland heeft de Zweedse meubelmaker met twee dubieuze belastingafspraken een hoop geld bespaard, zo is het vermoeden. Inter Ikea is de holding waar sinds begin jaren tachtig het franchiseconcept onder valt. Alle Ikea-vestigingen betalen een franchisevergoeding van 3% van de omzet aan Inter IKEA Systems. “Dat Nederlandse bedrijf boekt dus de volledige wereldwijde inkomsten uit franchisebijdragen. Ons onderzoek richt zich op de fiscale behandeling van Inter Ikea sinds 2006. Onze eerste bevindingen zijn dat twee rulings uit 2006 en 2011 de belastbare winst van Inter Ikea substantieel hebben verlaagd.”
Licentievergoeding
De eerste ruling keurde een rekenmethode goed waarmee een jaarlijkse licentievergoeding werd bepaald die Inter IKEA Systems betaalde aan een andere groepsmaatschappij: I.I. Holding, die weer gevestigd is in Luxemburg. Dat bedrijf bezat de intellectuele eigendomsrechten voor het franchiseconcept die werden geëxploiteerd door het Nederlandse bedrijf. “Een significant deel van de franchise-inkomsten van Inter IKEA Systems zijn daardoor verlegd naar Luxemburg, waar ze niet werden belast.” I.I. viel namelijk weer onder een speciaal fiscaal regime. Maar daar stak de Europese Commissie een stokje voor: die regeling werd als illegaal bestempeld. Luxemburg moest de regels aanpassen en I.I. zou met ingang van 2011 net als andere bedrijven belasting moeten gaan betalen.
Lenen uit Liechtenstein
Ikea was niet voor een gat te vangen en voerde een herstructurering door. Inter IKEA Systems kocht de intellectuele eigendomsrechten van I.I. Holding met geld dat werd geleend van het moederbedrijf uit Liechtenstein. Vervolgens gaf de Nederlandse Belastingdienst in 2011 een tweede ruling uit waarin de aanschafprijs van de rechten en de te betalen rente over de lening werden goedgekeurd. Die rentelasten konden vervolgens weer van de belastbare winst worden afgetrokken. “Door de rentebetalingen werd een substantieel deel van Inter IKEA Systems’ franchisewinsten na 2011 verlegd naar Liechtenstein.
Onderzoek naar tarieven
De commissie onderzoekt nu of Inter IKEA Systems met de rulings voordelen heeft genoten die niet beschikbaar zijn voor andere bedrijven die onder dezelfde belastingregels vallen. Er wordt onder meer gekeken of de bedrijven onderling wel marktconforme tarieven hebben gehanteerd voor:- de jaarlijkse licentiefee die tot 2011 werd betaald;
– de overname van de eigendomsrechten;
– de rente die voor de lening werd betaald.
“In het bijzonder gaan we toetsen of de aanschafprijs een adequate weerspiegeling is van de bijdrage die Inter IKEA Systems leverde aan de waarde van het franchisebedrijf, en we toetsen of de rente die in aftrek is gebracht in Nederland een reële hoogte heeft.”